taalverzorging h2 samentrekking

Even terughalen

1 Wat is ook alweer een samengestelde zin?

2 Wat voor woord moest je toevoegen als je van 2 zinnen een samengestelde zin wilt maken?

3 Wat kun je zeggen over de woordvolgorde van samengestelde zinnen?

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Even terughalen

1 Wat is ook alweer een samengestelde zin?

2 Wat voor woord moest je toevoegen als je van 2 zinnen een samengestelde zin wilt maken?

3 Wat kun je zeggen over de woordvolgorde van samengestelde zinnen?

Slide 1 - Slide

Nu de samentrekking:
Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weglaten. Dat noem je samentrekking.

Slide 2 - Slide

Goed:

1 De tekenleraar had het warm en (...)zette een raam open.

Slide 3 - Slide

Fout, maar waarom?
Rixt liet het glas vallen en (...)was gebroken.

Slide 4 - Slide

Goed:

Elza drinkt graag thee, maar Lotte (...)liever koffie.

Slide 5 - Slide

Fout, maar waarom?
Mijn ouders slapen in de caravan en mijn zusje (...)in de tent.

Slide 6 - Slide

Fout, want:

De woorden moeten hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud) hebben.

Mijn ouders slapen in de caravan en mijn zusje (slaapt) in de tent.

Elza drinkt graag thee, maar Lotte (drinkt) liever koffie.

Slide 7 - Slide

Goed:
Vandaag staan wij vroeg op en (..)gaan zo snel mogelijk aan de slag met ons huiswerk.

Slide 8 - Slide

Fout, maar waarom?
Vanmorgen kwam Han te laat, want (...)had zich verslapen.

Slide 9 - Slide

Fout, want:

Als je pv en ow samentrekt, moeten ze wel op dezelfde plaats staan in de zin.

Vanmorgen kwam Han te laat, want (Han) had zich verslapen. 

eerste deel van de zin is eerst pv dan ow, tweede deel van de zin eerst ow en dan pv.

Slide 10 - Slide

Goed:

Mijn T-shirts zijn gekrompen, maar mijn sokken (...) niet (...).

Slide 11 - Slide

Fout, maar waarom?
Lisa kromp ineen van de pijn en haar truitje (...) in de was.

Slide 12 - Slide

Fout, want:

De woorden moeten wel dezelfde betekenis hebben.

Lisa kromp ineen van de pijn en haar truitje (kromp) in de was.

Mijn T-shirts zijn gekrompen, maar mijn sokken (...) niet (...).

Slide 13 - Slide

Dus een samentrekking is goed als:
  1. de weggelaten woorden hetzelfde zinsdeel zijn
  2. de weggelaten woorden hetzelfde getal (ev/mv) zijn
  3. de weggelaten woorden op dezelfde plaats staan in de zin
  4. de weggelaten woorden dezelfde betekenis hebben

Slide 14 - Slide

voor meer oefening:

Slide 16 - Slide