- Must = moeten > als je zelf vindt dat iets (niet) moet
- You musn't buy that game, it is no fun.
- Have to = moeten > noodzaak, zekerheid of verplichting
- This has to be Tess het jumper (zekerheid) - I have to leave or I will be late! (noodzaak)
- You have to follow the rules (verplichting.
- Should= zou (eigenlijk) moeten > vooral bij advies/afraden
- Jack should study for his test.