Quiz cursus 2.4

Quiz: Cursus 2.4
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Quiz: Cursus 2.4

Slide 1 - Slide

Spelregels
  • Je gebruikt je telefoon alleen voor dit spel
  • Je gebruikt je eigen naam als nickname
  • Je maakt de vragen voor jezelf

Slide 2 - Slide

Welke drie beroepssectoren zijn er?

Slide 3 - Open question

Welke sector hoort bij het plaatje?
A
Agrarische sector
B
Industriële sector
C
Dienstensector

Slide 4 - Quiz

Welke sector hoort bij het plaatje?
A
Agrarische sector
B
Industriële sector
C
Dienstensector

Slide 5 - Quiz

Welke sector hoort bij het plaatje?
A
Agrarische sector
B
Industriële sector
C
Dienstensector

Slide 6 - Quiz

Welke sector hoort bij het plaatje?
A
Agrarische sector
B
Industriële sector
C
Dienstensector

Slide 7 - Quiz

Welke sector hoort bij het plaatje?
A
Agrarische sector
B
Industriële sector
C
Dienstensector

Slide 8 - Quiz

Welke sector hoort bij het plaatje?
A
Agrarische sector
B
Industriële sector
C
Dienstensector

Slide 9 - Quiz

Producent
Consument
Boodschappen doen
Een aardappelboer
Spullen verkopen op een rommelmarkt
Naar school gaan

Slide 10 - Drag question

Welke sector is het grootst in Nederland?
A
Agrarische sector
B
Industriële sector
C
Dienstensector

Slide 11 - Quiz

Is de landbouw op de afbeelding arbeidsintensief?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Is de akkerbouw op de afbeelding arbeidsintensief?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Waarom kopen wij veel spullen uit arme landen?
A
Wij kunnen het niet in Nederland maken.
B
We willen andere landen helpen om rijk te worden.
C
Het is goed voor het vervoer in de wereld.
D
Het is goedkoper, want de lonen zijn lager.

Slide 14 - Quiz