Thema 6 basisstof 7 Gedrag HV

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Programma

herhaling B4: zenuwstelsel

introductie B5: gedrag

leerdoelen

uitleg

zelfstandig huiswerkopdrachten maken

afsluiting

Bouw zenuwstelsel

Het zenuwstelsel:

centrale zenuwstelsel + zenuwen.

Centrale zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg

Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

Basisstof 5: Gedrag

thema 5 waarneming en gedrag

leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat gedrag is.
• Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
• Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Hallo goede middag,

We gaan ons vandaag bezighouden met wat gedrag is. Wat voor rol prikkels spellen bij gedrag. Het verschil tussen gedrag dat we aan moeten leren en gedrag die we instinctief vertonen.

En als laatste gaan we spreken over verdovende middelen.

Gedrag

• Alles wat mensen en dieren doen is gedrag.
  Bijv. Lachen, slapen, eten, dansen, schreeuwen enz.

• Gedrag bestaat uit handelingen. 

Gedrag is in essentie alles wat dieren en mensen doen. Of het nu dansen is, schreeuwen, eten of slapen. Dit is allemaal gedrag.

En gedrag bestaat uit verschillende handelingen. Denk aan eten, je moet het vinden, voorbereiden op eten en afruimen als je klaar bent.

Gedragsketen

En als deze handeling altijd in een zeer bepaalde orde voorkomen dan spreken we van een gedragsketen. Deze grote kat vertoont altijd deze handelingen bij de jacht. Hij merkt de prooi op, gaat sluipen, vangt zijn prooi, gaat ergens veilig zitten met zijn eten en eet het in alle rust op.

Is dit duidelijk tot dusver?

Prikkels

• Inwendige prikkels: Dorst,  honger, de behoefte om naar de wc te gaan, e.d.
• Uitwendige prikkels: Temperatuur, geluid, licht, e.d.

• Motivatie de wil tot het verrichten van gedrag.

Bijv. als je honger hebt is je motivatie om te eten groot

• Jouw reactie op een prikkel is een respons.

Ok, dan komen we weer terug op prikkels. Want die zijn eigenlijk bepalend voor wat voor gedrag wij vertonen.

En we onderscheiden prikkels eigenlijk in twee types. De inwendige prikkels zoals dorst en de drang om naar de wc te gaan.

En uitwendige prikkels. Onze waarnemingen.

Je motivatie om een bepaald soort gedrag te verrichten wordt eigenlijk bepaald door een samenspel van deze twee soorten prikkels.

Het waarnemen van een lekkere broodje is eigenlijk niet genoeg om je te motiveren om te gaan eten. Als je geen honger hebt dan spreken we van een gebrek aan motivatie. Je gaat immers niet eten als je vol bent.

Jouw respons in deze situatie is het negeren van het broodje.

Wat is honger?

1. Inwendige prikkel
2. Uitwendige prikkel

Geur van pizza?

1. Inwendige prikkel
2. Uitwendige prikkel

Er zijn eigenlijk ook twee soorten gedrag die wij onderscheiden. En ik ga hier een vorm van laten zien.

Aangeleerd 

moet geleerd worden

Aangeboren

is sinds de geboorte aanwezig

Wat we net hadden gezien is aangeboren gedrag. Gedrag dat dieren vertonen vanaf hun geboorte zonder het ooit gezien te hebben. Denk aan eendjes die inprenten op hun moeder en haar heel braaf volgen.

Daartegenover hebben we aangeleerd gedrag. En dit gedrag leren we al doende. Zoals die high five.

Observatie en interpretatie

observatie en interpretatie

Observatie: beschrijven van gedrag dat  je ziet

bijv. de puppy beweegt zijn staart heen en weer

interpretatie:  wat je denkt dat je ziet

bijv. een blije puppy

een interpretatie kan soms fout zijn.

https://www.youtube.com/shorts/KL_VblUtDNc?feature=share

Vragen?

Zelfstandig werken

• Lezen Thema  5 basisstof 5 gedrag
• maken T5 B5: opdr. 1 t/m 7 (samenvatting niet)

Wat niet af is wordt huiswerk

eerste 5 minuten in zelfstandig in stilte

afsluiting

pak je agenda erbij!

Proefwerk Thema 5