Les 51 (30-03)

Les 51

1 / 35
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 51

Slide 1 - Slide

Programme
  • Presentie
  • Groep D leestoets
     Groep A, B en C:
  • Herhaling de ontkenning
      - kennis ophalen
      - nieuwe vormen
  • Au travail!
  • Cijfers 1-50 herhalen
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na de les...
...kun je de onderdelen noemen van een Franse ontkenning. 

...weet je woorden als 'nooit' en 'niets' vertalen.

...kun je de cijfers 1-50 opnoemen. 

Slide 3 - Slide

Voor het volgende lesonderdeel, gaan jullie eerst jullie kennis ophalen over de ontkenning. Lees de dia's door en beantwoord de vragen: 

Slide 4 - Slide

De ontkenning -herhaling
kijk eens voor jezelf naar de onderstaande zinnen. Staan er ontkenningen in de zin? Zo ja, waar? 
  • Je regarde (kijk) la télé.
  • J'ai regardé la telé.
  • Je ne regarde pas la télé.
  • Je n'ai pas regardé la télé.

Noem ze op de volgende dia:

Slide 5 - Slide

De volgende zinnen bevatten een ontkenning.
De ontkenning ziet er als volgt uit:

Slide 6 - Open question


Je ne regarde pas la télé.
Je n'ai pas regardé la télé.

Wat valt je op aan de bovenstaande zinnen?

Slide 7 - Slide

'ne' verandert naar een n' voor een stomme h of een klinker.
Vrai
Faux

Slide 8 - Poll

'C'est' wordt 'Ce ne est pas' in een ontkenning.
vrai
faux

Slide 9 - Poll

Het onderdeel 'ne' staat altijd vóór een werkwoord en het onderdeel 'pas' staat altijd na ALLE werkwoorden in de zin.
vrai
faux

Slide 10 - Poll

'ne...pas' betekent 'niet' of 'geen'.
vrai
faux

Slide 11 - Poll

Dus:
Het onderdeel 'ne' verandert dus naar n' vóór een klinker en stomme h. 
> Tu n'as pas ....

De onderdelen 'ne' en 'pas' staan altijd rond het eerste werkwoord in de zin. 
> Je ne regarde pas la télé. 
> Je n'ai pas regardé la télé. 

Slide 12 - Slide

Nu gaan we nieuwe vormen toevoegen aan de ontkenningen 'niet' en 'geen'.

Slide 13 - Slide

De ontkenning -nieuwe vormen
Er zijn natuurlijk veel meer vormen dan alleen 'niet' of 'geen'

Welke vormen van een ontkenning ken jij in het Nederlands? Vul in op de volgende dia:

Slide 14 - Slide

Nederlandse ontkenningen

Slide 15 - Mind map

Très bien!
Vormen die wij kennen zijn ook 'nog niet', 'niet meer', 'nooit', 'niets', etc. Laten we hier even op inzoomen. 

In het Frans hebben zij bovenstaande vormen ook. namelijk: 
  • ne....jamais (nooit)
  • ne...rien (niets)
  • ne...pas encore (nog niet)
  • ne...plus (niet meer)

Hierin blijft 'ne' altijd het vaste onderdeel en varieert 'pas'.

Slide 16 - Slide

De ontkenning -Voorbeelden
Je ne suis plus malade. 

Tu n'as jamais été (geweest) malade.

Elle n'a rien mangé.

Nous n'avons pas encore visité l'hôpital.

Slide 17 - Slide

Au travail!
Nu we de kennis gehad hebben, gaan we verder met het oefenen:

Hoofdstuk 5! Onderdeel D.

Faire ex. 16c + 17a, c et (d indien klaar)


Slide 18 - Slide

Het onderdeel 'ontkenningen' zit er nu op. We gaan nu jullie kennis ophalen betreffende de cijfers van 1-20. 

Slide 19 - Slide

Cijfer 1-50

De volgende video herkennen jullie allemaal nog wel:

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Van 1-20 tellen lukt jullie vast nog wel. Oefen het nog even 3x voor jezelf hard op (of in je hoofd). 

Slide 22 - Slide

vanaf 20 - 50
ssfewfw  
1= un
2= deux
3= trois
4= quatre
5= cinq
6= six
7- sept
8= huit
9=neuf

Vanaf 20 gaat het iets anders: je noemt eerst het tiental en dan een cijfer tussen de 1 en de 9. Daar heb je het rijtje van 1 - 9 dus wel voor nodig!
vingt et un
vingt-deux
trente et un
trente-cinq
quarante et un
quarante-six
etc....

Slide 23 - Slide

op de volgende dia's gaan we even oefenen met de cijfers van
1-50. 

Slide 24 - Slide


Slide 25 - Open question


Slide 26 - Open question


Slide 27 - Open question


Slide 28 - Open question


Slide 29 - Open question


Slide 30 - Open question


Slide 31 - Open question


Slide 32 - Open question


Slide 33 - Open question


Slide 34 - Open question

Devoirs
Voor de volgende les maak je:
Faire ex. 16c + 17a, c 

en leer je voor de formatieve toets: 
Apprendre (leren) ontkenningen à la page 22-23 E-book B. 
Apprendre voca A à la page 40 E-book B. 

Slide 35 - Slide