Unit 0 lesson 1 Articles, Pronouns, To be

Today's lesson
Articles (Lidwoorden)
Pronouns (voornaamwoorden)
To be (zijn)

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Today's lesson
Articles (Lidwoorden)
Pronouns (voornaamwoorden)
To be (zijn)

Slide 1 - Slide

Articles
(lidwoorden)

Slide 2 - Slide

Articles / Lidwoorden
Nederlands de of het 
Engels the

 Nederlands een 
Engels a of an

Slide 3 - Slide

To be (zijn)

Slide 4 - Slide

Welke vorm van to be hoort bij
I
A
is
B
are
C
am
D
be

Slide 5 - Quiz

Welke vorm van to be hoort bij
HE/SHE/IT

A
are
B
am
C
be
D
is

Slide 6 - Quiz

Welke vorm van to be hoort bij
WE, YOU, THEY
A
be
B
am
C
is
D
are

Slide 7 - Quiz

(to be)
We ..... at school.
A
am
B
are
C
is

Slide 8 - Quiz

Ontkenningen met To Be
Voor een ontkenning gebruik je het woord 'not'
I am not.., he is not..
Je kan het ook afgekort gebruiken:
He isn't.. we aren't..

Slide 9 - Slide

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
He am not
B
He are not
C
He is not

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
We am not
B
We are not
C
We is not

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
They ..... in the house.
A
'm not
B
're not
C
's not

Slide 12 - Quiz

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
I ..... into singing.
A
'm not
B
're not
C
's not
D
amn't

Slide 13 - Quiz