H-4 Elektriciteit Par. 1 Een stroomkring maken

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 4 Elektriciteit

Hoofdstuk 4 Elektriciteit

Par. 4.1 Een stroomkring maken

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe je een lamp laat branden.
  
• Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen en beschrijven.
  
• Je kunt uitleggen welke stoffen geleiders en isolatoren zijn en daarvan een aantal voorbeelden geven.
  
• Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
  
• Je kunt rekenen met de eenheid van stroomsterkte.

Opdracht

Voer proef 1 van bladzijde 173 uit via Phet

Plaats een screenshot van je meting in de fotovraag op de volgende bladzijde

Plaats hieronder een screenshot van je opstelling van proef 1 uit PHET

Opdracht

Voer proef 2 van bladzijde 174 uit via Phet

Plaats een screenshot van je meting in de fotovraag op de volgende bladzijde

Plaats hieronder een screenshot van je opstelling van proef 2 uit PHET

Schakelaar open:

Er is druk, maar geen stromend water

Schakelaar open:

Er is spanning, maar geen stroom

Watermeter meet hoeveel water

Stroommeter meet hoeveel stroom

Stroomsterkte

• aantal elektronen dat op een bepaalde plaats per seconde door een draad gaan

De eenheid van Stroomsterkte is  Ampère

• mA = miliAmpère
• 1 mA = 0,001A
• 1A = 1000mA
• vanaf 10 mA gevaarlijk. 

Omrekenen

milli-Ampère (mA)

Ampère
(A)

: 1000

x 1000

milli-Volt
 (mV)

Volt
(V)

: 1000

x 1000

Noteer je antwoord:
250 mA = ..................... A

Noteer je antwoord:
3125 mA = ..................... A

Noteer je antwoord:
0,436 A = ..................... mA

Noteer je antwoord:
0,006 A = ..................... mA

Noteer je antwoord:
12,8 A = ..................... mA

Noteer je antwoord:
0,045 mA = ..................... A

Noteer je antwoord:
0,045 V = ..................... mV

Noteer je antwoord:
67 mV = ..................... V

Noteer je antwoord:
2340 mV = ..................... V

Noteer je antwoord:
11,2 V = ..................... mV

rekenvoorbeelden

0,032 A = 0,032 x 1000 = 32 mA

620 mA = 620 : 1000 = 0,62 A

0,08 mA = 0,08 : 1000 = 0,00008 A

Stroomsterkte  meet je met een Ampèremeter

Ampèremeter staat in serie

Sommige stoffen laten elektrische stroom gemakkelijk door, andere stoffen laten elektrische stroom niet of slecht door. Zet de namen van de onderstaande stoffen in het juist vak.

ISOLATOR

GELEIDER

Grafiet

Hout

zuiverwater

koper

plastic

ijzer

Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.

1. 3,3 A
2. 0,33 A
3. 0,033 A
4. 0,33 V

Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.

1. 0,16 A
2. 0,016 A
3. 0,016 A
4. 0,16 V

Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.

1. 2,2 A
2. 0,22 A
3. 0,022 A
4. 22 A

Opdracht

Maak de vragen van par. 4.1 op de site van NOVA