Grammatik Kapitel 6

Grammatik Kapitel 6
Verben
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatik Kapitel 6
Verben

Slide 1 - Slide

Regelmäßige Verben
We hebben het al over verschillende regels gehad.
Standaard regelmatige werkwoorden,
Werkwoorden met stam op sis-klank (s, ss, ß, z, x)
Werkwoorden met stam op -t

Slide 2 - Slide

Het ezelsbruggetje voor alle regelmatige werkwoorden is

Slide 3 - Open question

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
-t
-en
-e
-st
-en
-t

Slide 4 - Drag question

Welke uitgang is anders als de stam op een sis-klank eindigt, bijv. bij het werkwoord tanzen?

Slide 5 - Open question

Hoe los je het probleem van werkwoorden met een stam op -d of -t op, bijv. arbeiten of melden?

Slide 6 - Open question

Wat valt je op aan het werkwoord in deze zin: Der Lehrer öffnet die Tür.

Slide 7 - Open question

Net als werkwoorden op -d of -t
Als de stam op een medeklinker+m/n eindigt, krijg je een extra -e bij du, er/sie/es en ihr.

Let op: werkwoorden met stam op r+m/n zijn 'normaal'. 
Er lernt Deutsch.

Slide 8 - Slide

Atmen (ademen)
stam = atm
ich (ik)
atme
du (jij)
atmest
er/sie/es (hij/zij/het)
atmet
wir (wij)
atmen
ihr (jullie)
atmet
sie/Sie (zij/u)
atmen

Slide 9 - Slide

Voltooid deelwoord
atmen - geatmet
öffnet - geöffnet
regnen - geregnet

Slide 10 - Slide

hij tekent (zeichnen)

Slide 11 - Open question

het heeft geregend (regnen)

Slide 12 - Open question

jullie ademen (atmen)

Slide 13 - Open question

de leraar rekent (rechnen)

Slide 14 - Open question

Üben
Mache Aufgabe 11 und 12

Slide 15 - Slide