Gedrag Bs4

Thema 6
Bs 3-6: Gedrag
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 6
Bs 3-6: Gedrag

Slide 1 - Slide

Leerdoelen Bs 3
Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld.
Je kunt omschrijven wat ethologie inhoudt, hoe je gedrag kunt bestuderen en de invloed van gedragsonderzoek op de maatschappij toelichten.

Slide 2 - Slide

Wat is gedrag?

Slide 3 - Open question

Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Een vleesetende plant vangt een vlieg
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.

Slide 4 - Quiz

Handeling
Gedragsketen
Gedragssysteem
Voortplantingsgedrag

Slide 5 - Drag question

Is dit een ethogram
en/of een protocol?
A
Zowel een ethogram als een protocol
B
Ethogram
C
Protocol
D
Geen van beiden

Slide 6 - Quiz


Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt
B
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij één dier
C
Je schrijft op wat het dier doet
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort

Slide 7 - Quiz

Welke kip staat het hoogst in de pikorde?

Slide 8 - Open question

Drie leerlingen onderzoeken het gedrag van eenden in een vijver. In deze vijver zwemmen zes volwassen vrouwtjeseenden. De leerlingen kiezen ieder een andere eend uit voor het onderzoek: eend P, eend Q en eend R. Iedere twee minuten noteren ze welk gedrag die eend vertoont.
Uit de resultaten blijkt dat de eenden geen baltsgedrag vertonen tijdens het onderzoek. Geef hiervoor een verklaring.

Slide 9 - Open question

De leerlingen leiden uit hun resultaten af, dat bij elke eend bepaalde gedragingen elkaar opvolgen tijdens het onderzoek.
Noem drie verschillende gedragingen uit de tabel die elkaar bij elke eend opvolgen. Schrijf ze in de juiste volgorde op.

Slide 10 - Open question

B4: Vorming van gedrag

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
Je kunt toelichten dat gedrag deels erfelijk is bepaald.
Je kunt de dynamische relatie beschrijven tussen een organisme en zijn omgeving.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Aangeboren gedrag
Aangeboren gedrag is gedrag dat een dier of mens niet hoeft te leren, maar al vanaf de geboorte heeft.



Slide 14 - Slide

Fainting Goats
Voorbeeld van aangeboren gedrag

Deze geiten hebben een gemuteerd gen waardoor ze slecht functionerende chloride kanalen hebben.

Slide 15 - Slide

Aangeleerd gedrag

Slide 16 - Slide

Aangeleerd gedrag

Slide 17 - Slide

Aangeleerd gedrag
  • Het vermogen om te leren is aangeboren
  • Leren maakt het mogelijk om zich sneller aan te passen aan situaties in de omgeving
  • Verschillende leerprocessen: inprenting, gewenning, conditionering, imitatie, inzicht, etc. --> meer in Bs5

Slide 18 - Slide

Vogelzang is zowel aangeboren als aangeleerd

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Evolutie
Aangeboren gedrag dat de overlevingskansen vergroot, leidt tot meer nakomelingen en zal dus meer aanwezig zijn in een volgende generatie.
Bijv.
Kinderen met grote ogen en een bolle toet worden vaker opgepakt door ouders en krijgen meer voeding. Hierdoor hebben ze een grotere kans tot overleven.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide