Je gebruikt wat als je verwijst naar:
- dat, datgene (dat wat, datgene wat)
- alles, iets, niets, het enige (alles wat, het enige wat)
- overtreffende trap zonder het zn (het mooiste, het gezondste)
- een hele zin (Jari sport vrijwel nooit, wat slecht is voor zijn
conditie)