leesvaardigheid betoog

Leesvaardigheid tekstdoelen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid tekstdoelen

Slide 1 - Slide

Herhaling
theorie
leesvaardigheid

Slide 2 - Slide

  • Wat voor tekstdoel heeft de volgende tekst?
  • Welke tekstsoort en welke tekstvorm?
  • Wat zijn de kenmerken van die tekstvorm? Zoek die op in je boek par. 3.3 en schrijf op!
Beantwoord de volgende vragen

Slide 3 - Slide

Niet afstraffen
Onlangs is een enquete gehouden onder huisartsen en verpleegkundigen. Daaruit blijkt dat meer dan 50 procent van deze zorgverleners er voorstander van is dat mensen met een ongezonde levensstijl meer gaan betalen voor hun ziekteverzekering dan mensen die gezond leven. Mensen die roken en vet eten, lopen een groter risico op gezondheidsproblemen dus het lijkt mij redelijk dat ze meer betalen dan mensen die gezond leven.

Slide 4 - Slide

  • Inleiding waarin een stelling wordt beschreven of kort een   mening wordt gegeven. 
  • Midden: schrijver geeft mening en verdedigt die met    argumenten.
  • Soms worden er ook tegenargumenten gegeven die daarna weer onderuitgehaald worden. 
  • Slot: samenvatting en/of conclusie.
Herken een betoog

Slide 5 - Slide

  • Tekstdoel – overtuigen 
  • Tekstsoort – overtuigende tekst 
  • Tekstvorm – recensie, ingezonden brief, betoog 
 
  • In een betoog overtuig je iemand van jouw mening 
  • Andere woorden voor mening: standpunt, opinie, oordeel, visie, stelling

Betoog: tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm

Slide 6 - Slide

  • Avondklok moet verdwijnen
  • Frenkie de Jong naar Barcelona
  • Koop bij Groenteman Het Uitje
  • Bij welk tekstdoelen horen de titels? Hoe weet je dat?
Lees onderstaande titels

Slide 7 - Slide

  • Daarmee probeer je te bewijzen dat jouw mening klopt 
  • Tegenargument: Je geeft aan dat je het juist niet eens     bent met wat er eerder gezegd is 
  • Een betoog wordt krachtiger als je argumenten geeft, vervolgens zelf een tegenargument geeft en dit daarna weer onderuithaalt. (weerleggen).
  • Geef bij een argument altijd uitleg en voorbeeld 

Argumenten

Slide 8 - Slide

  • Stelling: 
  • Ik vind dat gratis openbaar vervoer voor iedereen een goed idee is. 
  • Argument: 
  • Iedereen kan vrij reizen en daardoor kan de auto minder gebruikt worden. 
  • Tegenargument: 
  • Je betaalt dat vrije reizen zelf door middel van de belasting en belasting betalen we allemaal
  • Tegenargument onderuit halen: 
  • Dat is zo maar je betaalt ook belasting om wegen te onderhouden en die kan lager worden als er minder auto’s gebruik maken van de wegen 

Slide 9 - Slide

 

  • Vijfde leesstrategie
  • Je onderzoekt of de informatie klopt
  • Je kijkt of de argumenten kloppen
  • Zijn de gebruikte bronnen betrouwbaar?
  • Is de informatie actueel?
Kritisch lezen

Slide 10 - Slide

  • Je leest de theorieblokken in H3.3 
  • Maak opdrachten 1 tm 3 voor de volgende les
Opdrachten

Slide 11 - Slide