Methodisch handelen, BBL, periode 4, les 3

Methodisch handelen
Periode 4
 les 2 les 2
1 / 34
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Methodisch handelen
Periode 4
 les 2 les 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen:
  • planning
  • lesdoelen
  • herhaling vorige les
  • theorie over gegevens verzamelen
  • oefenen met anamnesegesprek
  • werken aan opdrachten
  • voorbereiding volgende les
  • afsluiten

Slide 2 - Slide

Planning:


19 mei: gegevens verzamelen
26 mei: vrij ivm Hemelvaart
2 juni: vraag in kaart brengen
9 juni: doelen formuleren / opdracht observeren inleveren
16 juni: rapporteren
23 juni: evalueren en presenteren
30 juni: presenteren / inleveren opdracht Hulpvraag en doelen
7 juli: + lesweek 10 - (geen les)

Presenteren groep en datum: zie groepsmap voor schema

Slide 3 - Slide

Lesdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat de kenmerken van een goede observatie zijn.
  • Je kunt beschrijven welke observatiemethode je wanneer kunt toepassen.
  • Je kunt beschrijven welke factoren een rol spelen bij observatie en bij het interpreteren van observatiegegevens.
  • Je kunt de stappen van de denkhulp MEWS toelichten
  • Je kunt uitleggen wat een classificatiesysteem is en hoe je dit kunt gebruiken om je verzamelde gegevens te ordenen (Voorbeelden: de gezondheidspatronen van Gordon; SAMPC-methode, de vier domeinen van het ZLP).
  • Je kunt uitleggen hoe de culturele achtergrond van de zorgvrager een rol speelt bij het verzamelen van gegevens.
  • Je kunt benoemen door welke waarden en normen jij beïnvloed kunt worden tijdens het verzorgend redeneren.

Slide 4 - Slide

Hoe verzamel je gegevens
(noem er 3)?

Slide 5 - Open question

Wat weet je nog over anamnese?

Slide 6 - Mind map

gegevens ordenen:
Het is een middel om gegevens te verzamelen en te ordenen.
Welk model hangt af van de visie op zorg.
Het model heeft invloed op de manier van werken.

Andere voorbeelden: voetbal is ingedeeld naar leeftijd en klasse.
Supermarkt is ingedeeld naar categorieën van producten. 


Slide 7 - Slide

Welke model of classificatiesysteem weet je?

Slide 8 - Open question

Voorbeeld: Marjory Gordon - 11 gezondheidspatronen
een ordeningsprincipe of classificatie

Slide 9 - Slide

Welke (anamnese)vraag zou passen bij het activiteitenpatroon?

Slide 10 - Open question

Verzamelen van gegevens (anamnese/intake)
Voorbeeld = 4 domeinen van zorgleefplan (denkhulp):
  • woon- en leefomstandigheden: Voelt de zorgvrager zich veilig in zijn woonruimte?
  • participatie: Heeft de zorgvrager genoeg mogelijkheden voor een sociaal leven met anderen en een zinvolle dagbesteding?
  • mentaal welbevinden en autonomie: Is er genoeg ruimte voor de zorgvrager om zelf te bepalen hoe hij leeft en zijn leven invult?
  • lichamelijk welbevinden en gezondheid: Kan de zorgvrager voor zichzelf zorgen op het gebied van ADL en het in stand houden van zijn gezondheid?

Slide 11 - Slide

SAMPC methode (schrijven van ondersteuningsplan)
SAMPC staat voor 5 aandachtsgebieden: 
  • Somatisch aandachtsgebied: pijn, voedingstoestand, medicatie
  • Algemene dagelijkse levensverrichtingen: eten, drinken, wassen
  • Maatschappelijk aandachtsgebied: wonen, relaties, mantelzorg
  • Psychisch aandachtsgebied: cognitief, normen en waarden, zingeving
  • Communicatief aandachtsgebied: taalgebruik, visus, gehoor

Slide 12 - Slide

Voorbeeld SAMPC methode:

Slide 13 - Slide

MEWS (Modified Early Warning Score)
Vroegtijdig signaleren van vitaal bedreigde patienten


Slide 14 - Slide

Opdracht: Anamnese oefenen (15 min, groepje van 3)
Je speelt een rollenspel met drie personen: een verzorgende/ begeleider, een zorgvrager/ cliënt en een observator.

Verzorger/ begeleider kiest 2 functionele gezondheidspatronen uit en stelt daar vragen over.
Client: beantwoord de vragen
Observator: observeert met observatielijst het gesprek.

Nabespreken

Slide 15 - Slide

Opdracht: anamnese afnemen
Zoek je partners met hetzelfde nummer op het kaartje

Oudste: cliënt/ zorgvrager
Jongste: neemt anamnese af
Middelste: observeert

Slide 16 - Slide

Doel observeren:

Observeren is het bewust, systematisch en gericht waarnemen (zien, horen, ruiken of voelen) met als doel gegevens over de zorgvrager verzamelen.

Het doel van observeren is het verzamelen van informatie om een antwoord te vinden op een algemene of specifieke vraag.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Observeren: een manier van verzamelen van gegevens

Wie ga ik observeren? 

Bedenk van tevoren: wat is het doel van de observatie?

Wat wil ik precies observeren?

Is de cliënt gebaat bij de observatie?

Moet ik toestemming vragen voor de observatie?

Slide 19 - Slide

Wees je bewust van de valkuilen bij observeren:

  • beperk je tot de feiten
  • ga niet af op toevalligheden
  • oordeel over een langere periode
  • neem de tijd
  • ken je eigen valkuilen
  • sta open om je mening aan te passen

Slide 20 - Slide

welke rol speelt de culturele achtergrond van de cliënt wanneer je gegevens verzameld?

Slide 21 - Open question

Objectief en subjectief observeren
Objectief: feiten. Zonder oordeel, gevoel. Feitelijk beschrijven wat je ziet. 
Subjectief: mening, gedachten, gevoelens  of ervaringen



Slide 22 - Slide

Mw. Zwart had vandaag dorst, ze dronk veel.
A
objectief
B
subjectief

Slide 23 - Quiz

Reza huilde na het bezoekuur, nadat zijn broer afscheid heeft genomen.
A
objectief
B
subjectief

Slide 24 - Quiz

Door welke waarden en normen wordt jij beïnvloed tijdens het zorgproces?

Slide 25 - Mind map

Goede observatie : 
  • doelgericht
  • objectief
  • betrouwbaar
objectief = zonder mening, feitelijke kennis
Wat, welke en hoe ga je observeren?
Betrouwbaar = op hetzelfde tijdstip of handeling observeren

Slide 26 - Slide

Opdracht in tweetallen (10 min)       
zoek observatietechnieken op.  Wat is:

  • Participerende observatie
  • niet participerende observatie
  • time sampling
  • event sampling

Slide 27 - Slide

Een voorbeeld van participerende observatie is:
A
Je bekijkt videofragmenten van een eetmoment.
B
je leest een ingevuld observatieschema.
C
tijdens de wandeling observeer je hoe vaak iemand stil staat.

Slide 28 - Quiz

Observatiemethoden:


  • continue observatie: vrije observatie
  • interval observatie: wisselende tijdstippen, hetzelfde doel.
  • contextuele observatie: nadruk op omgeving
  • protocollaire observatie: met protocol, observatie

Slide 29 - Slide

Volgende les: vraag in kaart brengen
Lees in je boek Zo maak je een ondersteuningsplan: 
Stap 3: Vraag in kaart brengen.
 
Lees door en schrijf op waar je vragen over hebt:
Observatie opdracht
Hulpvragen en doelen opdracht

Bereid je observatie voor. Probeer alvast een doel te maken. 

Slide 30 - Slide

Wat vond je van de les?
A
leuk en interessant
B
Top
C
moeilijk
D
saai

Slide 31 - Quiz

Heb je de lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Hoe was je concentratie deze les?
010

Slide 33 - Poll

Verder met opdrachten
Maak zelf de keuze of je verder gaat met de observatieopdracht of de presentatie oriëntatie doelgroep

Slide 34 - Slide