maandag 4 januari Broersgeheim

Beste leerlingen
Je gaat een quiz maken met vragen over het boek Broersgeheim dat je gelezen hebt.
Je moet het goede antwoord aanklikken.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Beste leerlingen
Je gaat een quiz maken met vragen over het boek Broersgeheim dat je gelezen hebt.
Je moet het goede antwoord aanklikken.

Slide 1 - Slide

1 Joeri gaat logeren bij opa en oma Bos. Hoe vindt hij het daar?
A
best oké, maar wel een beetje saai
B
het allerergste wat hem kon overkomen
C
supergezellig zoals altijd
D
stomvervelend

Slide 2 - Quiz

2 Als Joeri’s ouders hem na de
logeerpartij komen halen, gaan ze met z’n drieën
A
bij Stefan op bezoek die nu in een instelling woont.
B
een tijdje bivakkeren bij tante Elise
C
naar het nieuwe huis waar zijn ouders ondertussen zijn gaan wonen.
D
op vakantie naar een van de Canarische eilanden

Slide 3 - Quiz

3 Joeri doorzoekt alle verhuisdozen in
de hoop iets van Stefan te vinden. Wat vindt hij?
A
een donkerblauw petje dat mama in hun laatste vakantie voor haar oudste zoon had gekocht
B
een knuffelkonijntje dat altijd bij Stefan in bed lag
C
een strip die hij samen met Stefan heeft gemaakt
D
niets, helemaal niets

Slide 4 - Quiz

4 Wat doen Joeri en zijn ouders op de dag dat Stefan zestien wordt?
A
bij Stefan op bezoek
B
een verjaardagstaart eten
C
niets bijzonders, de gewone dingen
D
Stefan opbellen

Slide 5 - Quiz

5 In hun oude huis vindt Joeri, verborgen achter een plint, een herinnering aan Stefan. Wat is het?
A
een briefje waarin Stefan bekent wat hij heeft gedaan
B
een foto waar Stefan op staat
C
een glad, paars steentje dat ze samen hebben gevonden
D
een zakmes dat Stefan niet mocht hebben van zijn moeder

Slide 6 - Quiz

6 Wie heeft het briefje geschreven waarop staat ‘Je bent een dief. Net als die broer van je’?
A
Joeri’s moeder
B
Joeri’s vader
C
Lonneke
D
Tante Fien

Slide 7 - Quiz

7 Joeri’s droom gaat over
A
een leeuw die hem verslindt.
B
een slang die zijn moeder probeert te wurgen.
C
een vampier die Lonnekes bloed wil.
D
een wolf die Stefan verscheurt

Slide 8 - Quiz

8 Lonnekes broertje
A
is gestorven
B
is ontvoerd door haar vader.
C
woont in een instelling voor zwaar gehandicapte kinderen.
D
zit in een jeugdgevangenis.

Slide 9 - Quiz

9 Waardoor wordt Joeri’s verjaardagsfeestje verpest?
A
Joeri’s moeder krijgt een woedeaanval.
B
Joeri’s vader is het hele feestje vergeten.
C
Lonneke heeft aan anderen verteld dat Joeri een broer heeft.
D
Meerdere kinderen worden ziek van de taart.

Slide 10 - Quiz

10 Joeri heeft Stefan een jaar niet geschreven. Na dat jaar
A
woont Joeri bij zijn moeder.
B
woont Joeri bij zijn vader.
C
woont Stefan bij tante Elise en haar nieuwe vriend.
D
woont Stefan weer thuis.

Slide 11 - Quiz