Blok 1 week 4 Mueslirepen

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Muesli repen

Welkom!

Afspraken

• Je telefoon is stil & in je tas
• Je praat Nederlands
• Veiligheid is alles in de keuken!
• Respect voor elkaar

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

• Je kan het verschil tussen noten en zaden omschrijven
• Je kan verschillende soorten suiker benoemen
• Je kan een mengsel goed aandrukken
• Je kan een product in 4 gelijke stukken snijden

theorie

Zaden= middelste van een plant waar een nieuw zaadje uit kan ontstaan

Granen

peulvruchten

Noten

Zaden en pitten

• Veel eiwitten, gezonde vetten en vezels
• Geven energie
• Gezond

Noten

Noten= droge vruchten in een notendop

• Groeien aan een boom
• Goede vetten

Walnoot, hazelnoot, cashewnoot, paranoot, pecannoot, pistache, amandel

Noten

Ongebrande noten= rauwe noten

Walnoten en paranoten

--> gezondste manier van noten

Gebrande noten= gefrituurd in olie

Geroosterde noten= gedroogd met hete lucht

Suikers

Suiker=zoet      --> verslaving

Teveel suiker maakt je dik

Slecht voor je tanden

Kristalsuiker

gemaakt van suikerbieten

Lost goed op in warmte

--> gebruiken in koffie, thee

--> zoet maken van warme gerechten

Basterdsuiker

kristalsuiker + suikersiroop

wit, lichtbruin, donkerbruin

Geschikt om mee te bakken

--> koekjes, taart

Poedersuiker

Fijn gemalen poedersuiker

Glazuur maken --> versieren van een taart of cupcake

Zoetstof

1. fructose + dextrose --> komt uit fruit
2. stevia --> uit een plant
3. Zoetjes --> aspartaam

Veel zoeter dan suiker

Honing

• Gemaakt door bijen

• Mengsel met fructose 
• Bevat meer water dan suiker
• Iets beter dan gewone suiker

Beweging

Matig intensief bewegen

Zwaar intensief bewegen

Botversterkende activiteiten

Spierversterkende activiteiten

Balansoefeningen

Meer bewegen

vaktaal

Noten

Zaden

Dadels

Storten

voorbereiding

1. Keuken hygienisch schoon maken

2. Materialen verzamelen

2. Ingreidenten verzamelen

Voorbereiding koken

1. Handen wassen 20 sec.

2. Koksbuis aantrekken

3. Haarnetje op

4. Emmer met sop 

5. Werkbank schoonmaken

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

materialen per tweetal

Bruine snijplank

Koksmes

Bekken

Kleine steelpan

Pannenlikker

Bakpapier

Bakblikje

Eetlepel

Ingrediënten per tweetal

85 gram havervlokken

25 gram noten

15 gram zaden

7 stuks dadels

1/2 theelepel kaneel

40 gram honing

1 eetlepel water

1 eetlepel zonnebloemolie

uitvoeren

je gaat nu de mueslirepen maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

Verwarm de oven voor op 200 C

Bekleed het bakblik met bakpapier

Stap 2

Snijd de dadels fijn

Hak de noten klein

Meng samen in een bekken

Stap 3

Doe in het bekken:

havervlokken

Kaneel

meng door elkaar

Stap 4

Doe de honing, eetlepel water en eetlepel olie in de steelpan

Zet het vuur LAAG aan voor 3 minuten

Stap 5

Voeg het honingmengsel toe aan de havervlokken

Gebruik de pannenlikker hiervoor!

Meng alles door elkaar

Stap 6

Stort het mengsel in het bakblik

Druk het mengsel aan met een lepel

Stap 7

Zet het bakblik in de oven voor 20 minuten

Haal daarna het bakblik uit de oven

Laat het 10 minuten afkoelen in het bakblik!

Stap

Is alles helemaal afgekoeld?

Snijd het in vier gelijke stukken

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1 Afwassen

1. Voorspoelen
2. Wasbak met warm water + zeep
3. Afwassen
4. Afdrogen
5. Opruimen van materialen
6. Wasbak schoonmaken

stap 2 Werkbank

1. Werkbank schoon
2. Pannenkast schoon
3. Lades schoon

stap 3 Fornuis

1. Verwijder de pannendragers
2. Maak het fornuis schoon

stap 4 Vloer

1. Veeg de vloer bij je werkbank
2. Alle etensresten moeten in de prullenbak

schoonmaaktaken: 

• wasbak1
• Wasbak 2
• Wasbak 3
• wasbak 4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

lesdoelen evalueren

• Je kan het verschil tussen noten en zaden omschrijven
• Je kan verschillende soorten suiker benoemen
• Je kan een mengsel goed aandrukken
• Je kan een product in 4 gelijke stukken snijden

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding