Blok 3 week 7 Caesar salade

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Welkom!

Caesar salade

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

• De leerling kan onderscheidt maken tussen schoonmaken, wassen en pellen
• De leerling weet het verschil tussen immigratie en emigratie
• De leerling kan een tomaat monderen

Theorie

Schoonmaken = verwijderen van delen van een product die je niet kan gebruiken

Voorbeelden: bruine bladeren bij sla

aarde op een champignon

Theorie

Wassen = verwijderen van vuil

voorbeelden van vuil: zand, bladluis, stof of bestrijdingsmiddel

Wassen in veel koud water --> niet te lang

Wat je altijd moet wassen: aardappelen, groenten, kruiden en verschillende soorten fruit

Wassen

Pellen

schoonmaken

Theorie

Pellen= verwijderen van schalen of vliezen

Verwijderen schaal van eieren --> schaal niet eetbaar

Na de eieren koken is het belangrijk om ze koud te spoelen

Opdracht 2

Sabrina kookt 10 eieren om gevulde eieren van te maken. De eieren hebben lang genoeg gekookt. Ze haalt ze van het vuur, giet ze af en zet ze weg. Als ze afgekoeld zijn wil Sabrina ze gaan pellen. De schaal zit vast aan het ei. Het pellen gaat lastig en de eieren gaan kapot.

Wat vergeet Sabrina?

Theorie

Monderen (ontvellen)= verwijderen van het vel

Wat is monderen?

Welk mes gebruik je voor het monderen van een tomaat?

1. koksmes
2. dunschiller
3. officemes
4. broodmes

Thema

Immigratie=naar Nederland verhuizen

Emigratie= verhuizen naar een ander land dan Nederland

vaktaal

monderen                                                              paneren

concasse=grof gehakt                                     croutons

kattenklauw=manier van vasthouden tijdens het snijden --> voorkomt dat je in je vinger snijdt

voorbereiding

we gaan caesar salade maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Materialen

• bekken
  
• eetlepel
  
• theelepel
  
• bakblik
  
• koekenpan
• steelpan

Materialen

• bord
• koksmes
• schuimspaan
• snijplank
  groen, wit en geel

Ingrediënten

• 1/2 boterham
• 1 ei
• 0,5 ui
• 50 gram paneermeel
• 30 gram kip

Ingrediënten

• 1/8 komkommer
• 0,5 tomaat
• 3 eetlepels french dressing

uitvoeren

je gaat nu de caesar salade maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1 

Snijd de boterham in blokjes op je witte snijplank

Doe in je bakblik

Stap 2

Giet 1 theelepel olie over de blokjes

Voeg 0,5 theelepel bouillon toe en meng

Stap 3

Doe de croutons in de oven

Bak in 15 minuten krokant

Stap 4

Vul de steelpan halfvol met water

Breng aan de kook

Stap 5

Zet een bekken met koud water klaar

Stap 6

Zet een kruisje aan de onderkant van de tomaat

Leg de tomaat 20 seconde in kokend water

Stap 7

Haal de tomaat met de schuimspaan uit de steelpan

Kook je ei in hetzelfde water 8 minuten!

Stap 8

Snijd de sla julienne (dunne reepjes)

Snijd de ui in dunne ringen

Stap 9

Snijd de komkommer brunoise (blokjes)

Stap 10

Snijd de kip in dunne reepjes op de gele snijplank

Stap 11 

Klop het ei los in een soepkom

Paneer de kip reepjes

Stap 12

• Doe wat olie in je koekenpan
• Bak de gepaneerde kip gaar
• Zet het vuur uit

Stap 13

Trek het vel van de tomaat

Verwijder de zaadjes uit de tomaat

Stap 14

Snijd de tomaat brunoise (blokjes)

Stap 15 

Doe in je bekken:

sla, ui, komkommer en

tomaat

Voeg dressing toe en meng door elkaar

Stap 16

Maak de salade op een bord op

Leg de kip, ei en croutons bovenop de salade

Stap 

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Wat is monderen?

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding