Soorten gedrag

Sociaal gedrag

Dieren geven signalen naar elkaar af om te kunnen communiceren


Gedrag van soortgenoten onder elkaar = sociaal gedrag


Functie: overleven van de soort

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Sociaal gedrag

Dieren geven signalen naar elkaar af om te kunnen communiceren


Gedrag van soortgenoten onder elkaar = sociaal gedrag


Functie: overleven van de soort

Slide 1 - Slide

Vormen van sociaal gedrag
  • Voortplantingsgedrag
  • Territoriumgedrag
  • Imponeergedrag
  • Conflictgedrag
  • Rangorde
  • Rolpatronen
  • Groepsgedrag

Slide 2 - Slide

Voortplantingsgedrag
Gedrag: om voort te planten
* Wordt veroorzaakt door hormonen

Balts      =>  voortplantingsgedrag bij vogels en vissen

Bronst  =>   voortplantingsgedrag bij herten

Slide 3 - Slide

Territoriumsgedrag
Het territorium is het gebied waarin het dier leeft. 
Het territorium wordt verdedigd 
tegen soortgenoten
Klik op de oogjes!
laten weten dat het je territorium is door middel van geluid
territorium verdedigen met geweld
territorium verdedigen met geweld
Territorium afbakenen door middel van geur.
Het jachtluipaard plast tegen voorwerpen.
De geur wordt herkent door andere jachtluipaarden
Het territorium afbakenen met geuren.
De kat heeft een geurklier achter de oren
Door ergens tegenaan te wrijven, komt de geur daaraan te zitten.
Andere katten herkennen de geur

Slide 4 - Slide

Leven in groepen
Groepsdieren werken samen.

Samenwerken gaat volgens een taakverdeling:
"wie doet wat".  

Slide 5 - Slide

Rangorde
Rangorde komt voor bij sociale organismen.
Dominant dier = de baas van die groep
Onderdanig dier = niet de baas in die groep

Er is een verdeling over alle dieren, waarbij er 1 het allerdominanst is, en 1 het aller onderdanigst.

Slide 6 - Slide

Hieronder staan voorbeelden van gedrag. 
Is er sprake van grotendeels erfelijk of grotendeels aangeleerd gedrag? 
Grotendeels erfelijk
Grotendeels aangeleerd
Een baby zuigt melk bij de moeder.
Een hond zwemt.
Een kat gebruikt een kattenluikje om naar binnen en naar buiten te gaan.
Een kat rent achter een muis aan.
Een meisje speelt gitaar.
Een papegaai zegt "hallo".

Slide 7 - Drag question

Bekijk de chimpansees op de afbeelding hiernaast.

Van welk gedrag is hier sprake?

A
agressief gedrag
B
paringsgedrag
C
sociaal gedrag
D
vluchtgedrag

Slide 8 - Quiz

Bekijk de ratten op de afbeelding hiernaast.

Van welk gedrag is hier sprake?

A
agressief gedrag
B
paringsgedrag
C
sociaal gedrag
D
vluchtgedrag

Slide 9 - Quiz

Erfelijk gedrag
Aangeleerd gedrag
Zuiggedrag bij zoogdieren
Reageren op sleutelprikkels
Kookgedrag
Gebruik van voorwerpen
Zang van vogels

Slide 10 - Drag question

Sleep het gedrag bij de foto waar die gedrag is afgebeeld.
territoriumgedrag
dreiggedrag
imponeergedrag

Slide 11 - Drag question

Keizerpinguins voeren een dans uit om elkaar te inspecteren als partners, hoe noem je dit soort gedrag?
A
Baltsgedrag
B
Boltsgedrag
C
Dominantiegedrag
D
Dominogedrag

Slide 12 - Quiz

Twee soorten gedrag zijn: baltsgedrag en territoriumgedrag.
Tot welk soort gedrag behoort het kwaken van de kikkers zoals in de tekst beschreven wordt?
A
alleen tot baltsgedrag
B
alleen tot territoriumgedrag
C
zowel tot baltsgedrag als tot imponeergedrag

Slide 13 - Quiz

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag

Slide 14 - Drag question

Een pad die een vijand ziet, maakt zich dik en gaat omhoog op de poten staan.

Hoe noemen we dit gedrag?

A
baltsgedrag
B
imponeergedrag
C
overspronggedrag
D
territoriumgedrag

Slide 15 - Quiz

Mannetjeshonden plassen veel vaker
dan vrouwtjeshonden.
Bij welk type gedrag hoort dit gedrag
van de hond?
A
Imponeergedrag
B
Baltsgedrag
C
Overspronggedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 16 - Quiz

Een kat die wordt aangevallen,
zet zijn haren overeind.

Wat voor gedrag vertoont de kat?

A
Baltsgedrag.
B
Imponeergedrag.
C
Onderdanigheidsgedrag.
D
Overspronggedrag.

Slide 17 - Quiz

In een dierentuin leven vijf witte neushoorns samen in een groep, één mannetje en vier vrouwtjes. Een onderzoeker noteert regelmatig hoe vaak de dieren dreiggedrag vertonen tegen elkaar, zoals brullen, duwen en stoten met de hoorn. Uit de resultaten trekt hij conclusies over een rangorde binnen de groep. In een schema geeft hij die rangorde weer (zie de afbeelding).
Geef de naam van de neushoorn die het laagst in de rangorde staat
A
Rita
B
Klara
C
Dora
D
Arnold

Slide 18 - Quiz

Om ruzie en verwondingen te voorkomen is er binnen groepen vaak sprake van een ... .
A
Rangorde
B
Pikorde
C
Intimideren
D
Inzicht

Slide 19 - Quiz

Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
sociaal gedrag

Slide 20 - Quiz

Welk gedrag zie je op de afbeelding?
Imponeergedrag
Dreiggedrag
Baltsgedrag
Verzoeningsgedrag
Foerageergedrag
Paringsgedrag
Territoriumgedrag

Slide 21 - Drag question

Sleep de afbeelding
Communicatie
Territorium gedrag
Paringsgedrag
Broedzorg
Verzorgingsgedrag

Slide 22 - Drag question

Hoe nemen we ook alweer "sterke" prikkels, die steeds hetzelfde soort gedrag oproepen?
A
Aangeleerd gedrag
B
Reflexen
C
Sleutelprikkels
D
Signalen

Slide 23 - Quiz