Formuleren en stijl 3.3 week 6

Welkom bij Nederlands!
1 oktober 2018
  • Aan het einde van de les kun je de toon van je tekst afstemmen op het tekstdoel en publiek.

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
1 oktober 2018
  • Aan het einde van de les kun je de toon van je tekst afstemmen op het tekstdoel en publiek.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik vorige les
  • Bespreken opdrachten
  • Doel van de les
  • Formuleren 3.3
  • Aan de slag
  • Teurgblik op de les
  • Volgende week
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Vorige les
Formuleren en stijl
3.1 De juiste toon
3.2 Duidelijk formuleren

Slide 3 - Slide

De juiste toon tijdens het schrijven
  • Wat is mijn belangrijkste tekstdoel?
  • Wie gaat mijn tekst lezen?
  • Wat weet mijn publiek en wat niet?
  • Wat vindt mijn publiek interessant?

Slide 4 - Slide

De juiste toon
Welke toon past bij jouw lezers en schrijfdoel?
  • Woordkeuze - jongerentaal/schooltaal/zakelijke taal
  • Formeel of informeel
  • Direct of indirect
  • Ieder doel een eigen toon:
    Neutraal = informeren
    Persoonlijk = overtuigen
    Enthousiast = overhalen/activeren

Slide 5 - Slide

Opdrachten bespreken
Bladzijde 231

Slide 6 - Slide

Tip voor verduidelijking
1 - vervang moeilijke woorden
2 - vervang vaktermen
3 - maak de zin korter
4 - formuleer positief
5 - gebruik geen afkortingen

Slide 7 - Slide

Doel van deze les
  • Aan het einde van de les kun je aantrekkelijk formuleren.

Slide 8 - Slide

Aantrekkelijk formuleren
Zorg dat de tekst niet saai wordt.
  • Zet niet in iedere tekst het onderwerp voorop.
  1. Hij heeft gisteren een taart gekocht. --> 
  • Gebruik verwijswoorden en synoniemen of korte omschrijvingen om herhaling te voorkomen. 
  1. Bent u toe aan vakantie? Boek uw vakantie bij ons. Wij bieden allerlei soorten vakanties aan: sportieve vakanties, zonvakantiers en culturele vakanties --> 

Slide 9 - Slide

Aantrekkelijk formuleren
Zorg dat de tekst niet saai wordt.
  • Verbind twee korte zinnen met een voegwoord, maar maak de zin niet langer dan 20 woorden.
  1. Mijn stagebegeleider is afwezig. Hij is ziek. -->

Spreek je lezer persoonlijk aan.
  • Alle gasten worden van harte welkom geheten --> 

Slide 10 - Slide

Aantrekkelijk formuleren
Laat met voorbeelden zien wat je bedoelt.
  • Besparen op energie is niet moeilijk. Zelf kunt u .....

Slide 11 - Slide

Blz. 237 boek B
Opdracht 1 en 2 samen.

Slide 12 - Slide

Opdrachten

Bladzijde 237 t/m 239.


Maak de opdrachten,

kijk na wat je al af hebt.


Slide 13 - Slide

Volgende les
  • Bespreken en controleren formuleren 3.3
    Bladzijde 236 t/m 239
  • Boek A 
  • Oortjes + laptop + werkende licentie
    Geen licentie = geen les

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide