LES 1: INTRODUCTIE

1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
  • heb ik kennis gemaakt met het nieuwe thema.
  • heb ik (de uitspraak van) nieuwe woorden geoefend.

Slide 3 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Introduction

Mum says I have to brush my teeth
In the morning and at night.
They look and taste much better
But I hate it when she’s right.

Dad says I have to take a bath
And wash my body well.
I do feel nice and clean and fresh
But now he’s right as well!

My brother says I have to wash
my hands to keep them clean.


He’s right, my fingers feel so good
Without dirt in between.

My sister says I have to eat
some vegetables each day.
She’s right, I have more energy
To run and walk and play.

I feel more healthy and I’ve got
much better teeth and skin.
Don’t tell them that I think they’re right – I hate it when they win!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Noem één van de activiteiten uit het gedichtje (mag in het Nederlands)

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Vertaal:

brush my teeth
A
haren borstelen
B
handen wassen
C
tanden poetsen
D
in bad gaan

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal:

eat some vegetables
A
fruit eten
B
groenten eten
C
soep eten
D
gezond eten

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

timer
5:00
What do you need to... 
brush your teeth?
eat healthy?
take a bath?
wash your hands?
Bespreek en schrijf op je wisbordje!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Health and lifestyle

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Instructie 
Zoals je in de introductie van dit thema hebt gemerkt, hebben we het over 'Gezondheid en leefstijl'. Jullie hebben je kennis over dit thema al een klein beetje getest.


Wat zouden de dokter en de patiënt tegen
elkaar kunnen zeggen denk je?
Schrijf het op je wisbordje. 


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Woordblok 1A
Listen and repeat!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


I fell and now my knee ...
A
stepped
B
hurts
C
pain
D
pains

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Het is warm en je hebt dorst. Wat vraag je?

Can I have ..., please?
A
soon
B
only
C
dizzy
D
some water

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Je bestelt een aardbeiensmoothie. De ober zegt dat hij alleen bananensmoothies heeft. Wat zegt hij?

I'm sorry, we ... have banana smoothies.
A
soon
B
only
C
dizzy
D
anywhere else

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord past het
beste bij deze foto?
A
dizzy
B
knee
C
much
D
headteacher

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Woordblok 1A
Listen and repeat!

Wat betekenen de woordjes met een vraagteken?

Schrijf de antwoorden op je wisbordje.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke informatie staat
er op het bordje?
A
Hoeveel de appels kosten.
B
Waar de appels vandaan komen.
C
Wat voor soort appels het zijn.
D
Hoeveel appels het zijn.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk recept kun je in dit
kookboek vinden?
A
Makkelijke en gezonde tussendoortjes.
B
Snelle en makkelijke tussendoortjes.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Spreken
Werk in tweetallen.
Degene het dichtst bij het raam is A, de ander B.

Je hoort zo steeds twee keer dezelfde zin. De eerste keer herhaalt leerling A, de tweede keer leerling B.

Vul in of je klasgenoot de zin hetzelfde zegt, of niet.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

I feel really tired.
Je zegt de zin hetzelfde.
Je zegt de zin niet hetzelfde.

Slide 20 - Poll

This item has no instructions

Can you help me, please?
Je zegt de zin hetzelfde.
Je zegt de zin niet hetzelfde.

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

My knee feels much better.
Je zegt de zin hetzelfde.
Je zegt de zin niet hetzelfde.

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

You have to stay healthy.
Je zegt de zin hetzelfde.
Je zegt de zin niet hetzelfde.

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

I have an appointment.
Je zegt de zin hetzelfde.
Je zegt de zin niet hetzelfde.

Slide 24 - Poll

This item has no instructions

Spreken
Pak je wisbordje.

Je hoort zo 9 Engelse woorden. 
Schrijf ze in het Engels op.

Na afloop wissel je van wisbordje en kijk je elkaars werk na.

De antwoorden staan dan op het bord

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 26 - Slide

This item has no instructions