Les 6 - Hoofdstuk 2 Over Taal: vakjargon en uitdrukkingen
Welkom ATL3D!
We zorgen voor een veilige leeromgeving
We laten elkaar uitpraten
We laten elkaar en elkaars spullen met rust
We letten op ons taalgebruik
Spullen compleet
Voordat de timer afgaat...
timer
3:00
- Jas uit en tas van tafel
- Telefoon in tas
- Boek + schrift op tafel
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom ATL3D!
We zorgen voor een veilige leeromgeving
We laten elkaar uitpraten
We laten elkaar en elkaars spullen met rust
We letten op ons taalgebruik
Spullen compleet
Voordat de timer afgaat...
timer
3:00
- Jas uit en tas van tafel
- Telefoon in tas
- Boek + schrift op tafel
Slide 1 - Slide
Lesplanning
- Lesdoel
- Huiswerkcontrole
- Woordenschat: vakjargon en uitdrukkingen
- Zelfstandig werken / verlengde instructie
- Afsluiting
Slide 2 - Slide
Aan het einde van de les...
... begrijp je wat vakjargon is
... begrijp je de betekenis van verschillende spreekwoorden en uitdrukkingen
Slide 3 - Slide
Wat is vakjargon?
Slide 4 - Mind map
Vakjargon = vaktaal
Elk vak of beroep heeft eigen woorden die speciaal bij dat vakgebied horen.
Bijvoorbeeld:
- Automonteur: brug, cilinder, carrosserie
- Dokter: biopsie, cor, karbunkel
Slide 5 - Slide
Bedenk een voorbeeld van vakjargon
Slide 6 - Mind map
Welke uitdrukkingen ken jij?
Slide 7 - Mind map
Figuurlijk taalgebruik
Met figuurlijk taalgebruik wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat.
Slide 8 - Slide
Figuurlijk taalgebruik
Slide 9 - Slide
Uitdrukkingen en spreekwoorden
Uitdrukkingen zijn ook een vorm van figuurlijk taalgebruik. Als je niet weet wat een uitdrukking betekent, zoek je de betekenis op in het woordenboek. Zoek bij het belangrijkste woord uit de uitdrukking.
Bijvoorbeeld:
De hand boven het hoofd houden – Je zoekt in het woordenboek bij hand of bij hoofd.
Slide 10 - Slide
Betekenis uitdrukkingen
Meestal uit context te halen!
Bijvoorbeeld:
De appel valt niet ver van de boom. Het meisje heeft veel karaktereigenschappen van haar vader overgenomen.
Slide 11 - Slide
Uitdrukkingen zijn altijd letterlijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Een uitdrukking
Zo gezond als een ...
A
vis
B
hond
C
kip
D
pauw
Slide 13 - Quiz
Uitdrukking: ik ben niet van gisteren
A
ik ben niet gek
B
ik ben gek
Slide 14 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Door de mand __
A
kennen
B
stoppen
C
vallen
D
hangen
Slide 15 - Quiz
Wat betekent de uitdrukking: heeft iets op haar lever.
A
heeft aan het geheel bijgedragen
B
heeft iets te vertellen
C
haar uiterste best gedaan
D
verliest het
Slide 16 - Quiz
Wat betekent de uitdrukking: heeft zij haar steentje bijgedragen.