This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Observeren
Slide 1 - Slide
Welke observatiemethode pas je in de volgende situatie toe: Je zit aan de kant en observeert twee spelers?
A
Participerend
B
Kwalitatief
C
Kwantitatief
D
Niet participerend
Slide 2 - Quiz
Welke uitspraak is juist?
A
Voor een sportleider is het gericht kijken naar bewegende mensen een belangrijk onderdeel van zijn werk
B
Observeren is een tamelijk eenvoudige vaardigheid
C
Je gaat eerst observaties interpreteren en daarna beschrijven
D
Als je betrouwbaar en objectief geobserveerd hebt hoef je niet ook nog eens nauwkeurig te zijn
Slide 3 - Quiz
Welke observatiemethode pas je in de volgende situatie toe: je observeert de reactie op winnen en verliezen bij twee spelers, terwijl je gewoon meespeelt.
A
De participerende observatie
B
De niet participerende observatie
C
Kwalitatieve observatiemethode
D
Kwantitatieve observatiemethode
Slide 4 - Quiz
Bij kwantitatieve observaties gaat het om?
A
Hoe je het opschrijft
B
De hoeveelheid
C
Kijken naar de beste uitvoering
D
Aangeven waar de fouten zitten
Slide 5 - Quiz
Wat is observeren?
Observeren:
Bewust en doelgericht waarnemen met als doel informatie verzamelen
Slide 6 - Slide
Eisen aan observatie
Betrouwbaar: Bij herhaalde meting hetzelfde resultaat
Valide: Geeft een instrument je de juiste informatie
Objectief: Alleen feiten
Nauwkeurig: Het gedrag zo precies en exact mogelijk weergeven
Onafhankelijk
Slide 7 - Slide
Stappen observatie
1. Bepaal het te observeren gedrag
2. Bepaal de bewegingsvormen
3. Bepaal de kleur van de bril (kijkwijzer/beoordelingsschaal)
4. Observatie
5. Verwerken gegevens.
Slide 8 - Slide
Aan de slag
In een groepje krijg je een bewegingsvorm en werk je het werkblad verder uit (hulpmiddel observatie)
Bepaal methode
Bepaal de kijkwijzer
Bepaal de bewegingsvormen
Hulpmiddelen die je gebruikt tijdens de observatie