2.2 Een etentje thuis

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Klas 2 H2 Thuis en buitenhuis

Par 2 Een etentje thuis

programma

Huiswerk was 2.1

Nakijken en vragen stellen over 2.1

Uitleg 2.2
maken 2.2

leerdoelen

wat zijn behoeftes en hoe worden ze beperkt

wat is consumeren

wat is produceren

wat is schaarste

Behoefte bevredigen door.

- iets wat je mist zelf te produceren

- iets wat je mist te kopen

Dit heet consumeren

Begrip: behoefte

Behoefte: alles wat je nodig hebt of waar je naar verlangt.

Uit eten gaan is een?

1. Basis behoefte
2. Luxe behoefte

Wat is een primaire behoefte?

1. kleding
2. laptop
3. nieuwe iphone

Is Shazam een goed of een dienst?

1. Goed
2. Dienst

Je gaat naar de schoonheidsspecialist is hier sprake van een goed of dienst?

1. Goed
2. Dienst

Juist of onjuist:
Consumeren is een manier om je behoeften te vervullen.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is de beste omschrijving van schaarste

1. Schaarse producten zijn zeldzaam
2. Door schaarste kunnen mensen bijna niks kopen
3. Door oneindige behoeften mensen en beperkte middelen ontstaat schaarste
4. Schaarste ontstaat doordat mensen te weinig willen kopen met de vele middelen die zij hebben.

Je koopt een nieuwe iPhone, wat doe je nu?

1. Behoefte
2. Consumeren
3. Produceren

huiswerk

paragraaf 1 en rekentrainer paragraaf 1

leerdoelen

wat heb je nodig bij onbetaalde productie

waarom besteden consumenten 

productie uit

Onbetaalde productie

productie thuis zoals:

- eten koken
- de was doen
- kinderen verzorgen
- fiets repareren

Je produceert voor je eigen behoefte of voor elkaars (gezin) behoefte

consumenten besteden productie uit

- als ze het werk zelf niet kunnen

- als ze er geen zin in hebben

- als ze er geen tijd voor hebben

waarde productie thuis

zelf nasi maken € 4,- 

nasi ophalen bij de chinees 

€ 8,50

waarde productie thuis

€ 2500,-

€ 350,-

arbeid en gereedschap

arbeid: iemand moet het werk doen

gereedschap: hulpmiddelen voor productie van eigen behoeften

- broodmes voor broodsnijden
- strijkplank en strijkbout voor strijken

de natuur

bijdrage van de natuur nodig om te kunnen produceren

- water en zon zijn nodig om voedsel te laten groeien

zelf produceren of uitbesteden

produceren we zelf?

gratis


uitbesteden?

betaalt

De productie wordt uitbesteed als mensen daar zelf geen zin/tijd voor hebben.

Huiswerk volgende les

maken paragraaf 2 en rekentrainer paragraaf 2

De waarde van eigen productie

besparen op productie bij een bedrijf

hoe?

Je rekent uit wat de eigen productie kost en wat je betaalt voor dezelfde productie bij een bedrijf. Het verschil tussen beide bedragen is de waarde van de productie thuis.

opdracht 5 alleen maken

zelf koken: 7,98 + 2,79 + 2,51 + 0,82 =

afhaalcentrum: 24 + 6 + 12 + 8 =

verschil: 50,00 - 14,10 =

opdracht 5 alleen maken

zelf koken: 7,98 + 2,79 + 2,51 + 0,82 = 14,10

afhaalcentrum: 24 + 6 + 12 + 8 = 50,00

verschil: 50,00 - 14,10 = 35,90

opdracht 10

schilder: 700

4 x 15,95 =
2 x 9,36 =
2 x 3,56 =
4,20 : 4 =
5,20 : 2 =
5
totaalbedrag: 98,29

700 - 98,29 = 601,71 besparing

opdracht 10

schilder: 700

4 x 15,95 = 63,80
2 x 9,36 = 18,72
2 x 3,56 =7,12
4,20 : 4 =1,05
5,20 : 2 = 2,60
5
totaalbedrag: 98,29

700 - 98,29 = 601,71 besparing

Frank wil een oud nummer gaan spelen, maar hij heeft de bladmuziek niet. Hoe kan hij in deze behoefte voorzien?

1. de juiste bladmuziek
2. iemand om muziek mee te maken
3. een gitaar

Een behoefte verdwijnt door te consumeren. Op welke manier kan Frank zijn behoefte vervullen?

1. door bladmuziek te kopen
2. door te wachten tot hij bladmuziek krijgt
3. door een hamburger te eten

Eva heeft behoefte aan een pauze. Ze wil graag iets eten. Ze neemt geen patat. Het is duur en is te heet om snel op te eten. Ze kiest een bruin bolletje kaas.

1. door alleen gebrek aan geld
2. door alleen gebrek aan tijd
3. door gebrek aan tijd en aan geld
4. door gebrek aan productie

Je wilt graag een eigen huis bouwen dat is:

1. consumeren
2. een behoefte
3. produceren

Je gaat met vrienden aan de slag om dat huis te bouwen, dat is:

1. consumeren
2. produceren
3. een behoefte

Tussendoor wil iedereen wat eten, dat is

1. consumeren
2. een behoefte
3. produceren

Je haalt voor iedereen een patatje, kipburger en een sinas, dat is:

1. consumeren
2. produceren
3. een behoefte

Wanneer je de bestelling doet zie je iemand de hamburgers bakken. Dat is

1. consumeren
2. produceren
3. een behoefte