Belastingen en overheidsinkomsten

Belastingen en overheidsinkomsten
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Belastingen en overheidsinkomsten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling: voorbeelden geven van enkele belangrijke overheidsinkomsten, het verschil tussen directe- en indirecte belastingen benoemen, dat sommige belastingen gebaseerd zijn op het draagkrachtbeginsel, dat andere belastingen gebaseerd zijn op het profijtbeginsel.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over belastingen en overheidsinkomsten?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Overheidsinkomsten
Overheidsinkomsten zijn geldbedragen die de overheid binnenkrijgt, bijvoorbeeld door belastingen te heffen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Directe belastingen
Directe belastingen worden rechtstreeks geheven bij de belastingplichtige, zoals inkomstenbelasting en vermogensbelasting.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Indirecte belastingen
Indirecte belastingen worden geheven over goederen en diensten, zoals btw en accijnzen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Draagkrachtbeginsel
Het draagkrachtbeginsel houdt in dat mensen met een hoger inkomen meer belasting betalen dan mensen met een lager inkomen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Profijtbeginsel
Het profijtbeginsel houdt in dat je betaalt voor de overheidsvoorzieningen waar je gebruik van maakt, zoals wegenbelasting en rioolheffing.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Belastingen oefenen
Verdeel de klas in groepen en geef ze verschillende situaties waarin ze moeten bepalen welk belastingbeginsel van toepassing is.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Vragen over belastingen
Stel vijf vragen over de lesstof om te testen of de leerlingen de lesstof begrepen hebben.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.