This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 1
1.1: De eerste mensen
1.2: Jagers worden boeren
1.3 Denken en doen
1.4: Leven langs de Nijl (Egyptenaren)
Slide 1 - Slide
1.1: De eerste mensen:
in deze paragraaf leer je...
Hoe mensen eerst samenleefden
Hoe we dingen weten over jager-verzamelaars
Je welke soorten samenlevingen we onderscheiden
Welke soorten bronnen we kunnen gebruiken om meer over het verleden te weten te komen.
Kenmerkend aspect: de levenswijze van jager-verzamelaars
Slide 2 - Slide
1.1: De eerste mensen
Jager- verzamelaars: Mensen die leefden van de jacht op dieren, het verzamelen van vruchten, planten, noten en de visvangst.
Nomade: iemand die rondtrekt
zonder vaste woonplaats
Slide 3 - Slide
Middelen van bestaan van een jager- verzamelaar:
Jagen
Slide 4 - Slide
Middelen van bestaan van een jager- verzamelaar:
Verzamelen
Slide 5 - Slide
middel van bestaan: manier om aan voedsel te komen.
Slide 6 - Slide
Middelen van bestaan van een jager- verzamelaar:
Vissen
Slide 7 - Slide
Hoe weten we dat allemaal?
Archeologie
Experimentele archeologie
Bestuderen van tegenwoordige jager- verzamelaars
Slide 8 - Slide
Leven in groepen
Jagers-verzamelaars leefden in kleine groepen van 25 tot 40 mensen.
Binnen de groep was er een taakverdeling tussen mannen en vrouwen. De mannen jaagden en de vrouwen bleven in de buurt van het kamp. Zij hielden het vuur aan en zorgden voor de kinderen.
Slide 9 - Slide
De mannen hielden zich vooral bezig met het jagen op dieren en ook met vissen. Meestal deden ze dat in groepen. Ze jaagden op allerlei grote en kleine dieren.
De taak van de vrouwen was het verzamelen van allerlei eetbare bessen, noten, planten en zaden. Ook zorgden zij voor de kinderen.
De jagers en verzamelaars waren nomaden. Dat wil zeggen dat ze niet lang op een plaats bleven. Als het voedsel op was trokken ze verder. Daarom zijn hun verblijven ook eenvoudig, geen mooie houten huizen, maar simpele tenten van dierenhuid. Je moest het allemaal makkelijk mee kunnen nemen. Vaak sliepen ze ook gewoon in natuurlijke schuilplaatsen, zoals grotten.
Bijna alles van de gevangen dieren werd gebruikt. Het vllees werd gegeten. De huid werd verwerkt tot kleding en tenten. De pezen werden gebruikt als touw en van de botten werden allerlei gebruiksvoorwerpen, maar ook sieraden gemaakt.
De pijlpunten, vuistbijlen en andere scherpe gebruiksvoorwerpen werden voornamelijk van steen gemaakt. Daarom noemen we deze periode ook wel de Steentijd.