4M - examenbundel 3

Voorbereiden op het examen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voorbereiden op het examen

Slide 1 - Slide

Hoofdgedachte
In één zin samengevat waar de tekst over gaat. 

Slide 2 - Slide

Oefenen
Lees tekst en 7 (blz 49)
Maak vraag 17 
10 minuten
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Vraag 17
B. 
Voor de hoofdgedachte zijn de laatste alinea's vaak belangrijk. 
In de voorlaatste alinea komt de schijfster tot een vraag (r. 127-129) In de laatste alinea geeft ze de mening van twee deskundigen weer (r. 130 -131 en r. 135 -142). 

Slide 4 - Slide

Hoofdzaken
Dit zijn de belangrijkste punten uit de tekst. 

Slide 5 - Slide

Voorbeeldvraag
In de vraag wordt bijvoorbeeld een deel van een tekst samengevat in vier verschillende zinnen, en jij moet bepalen welke van die vier zinnen de beste samenvatting geeft.
Voorbeelden horen niet thuis in een samenvatting!!

Slide 6 - Slide

Voorbeeldvraag
Het kan ook zijn dat er in een vraag een aantal zinnen uit de tekst worden geciteerd, en dat jij moet bepalen welke van die zinnen bruikbaar zijn voor een samenvatting.

Slide 7 - Slide

Voorbeeldvraag
Een andere mogelijkheid is dat er in de vraag een aantal zinnen worden gegeven die delen van de tekst samenvatten, en dat jij moet bepalen in welke volgorde die zinnen horen te staan. 
Bv: Zoek eerst naar de oorzaak, dan gevolg en dan conclusie

Slide 8 - Slide

Voorbeeldvraag
Ook kan het zijn dat je een korte samenvattingsopdracht krijgt. Noteer dan alleen de hoofdzaken! 
 Denk dan altijd aan de hoeveelheid woorden. 
Ga er niet overheen, dan krijg je geen punten.

Slide 9 - Slide

Oefenen
Maken tekst 8 (blz 52-53)
Vraag 18-21
15 minuten
timer
15:00

Slide 10 - Slide

Vraag 18
Bruikbaar
Onbruikbaar
1.
x
2.
x
3.
x
4.
x
5.
x
6.
x

Slide 11 - Slide

Vraag 19
1 en 4
Alinea 4 gaat over de onbewuste reacties van het lichaam bij angst. Hoofdzaak is dat die reacties er zijn. Dit wordt samengevat in zin 1. 
Zin 4 is belangrijk, want daarin lees je wat de functie is van podiumvraag.

Slide 12 - Slide

Vraag 20
Bijzonder aan podiumvrees is dat het vooral de angst is om te beginnen.

Slide 13 - Slide

Vraag 21
Zin 1, 4, 6, 9

Zin 2, 3, 5, 8 zijn voorbeelden.

Slide 14 - Slide

Zakelijke e-mail
Lijkt op de zakelijke brief, maar dan in e-mail variant. 

Slide 15 - Slide

E-mailconventies
  • E-mailadres van de geadresseerde
  • Onderwerp van de e-mail 
  • Aanhef -> Beste/Geachte 
-> Weet je de naam? Dan schrijf je de naam op (Mevrouw van Velden, Meneer Jacobs). Gebruik nooit de voorletter of voornaam! 
  • Een witregel tussen aanhef en je inleiding

Slide 16 - Slide

E-mailconventies
  • Gebruik alinea's (inleiding, middenstuk, slot) 
-> Probeer ook alinea's te gebruiken in je middenstuk.
  • Regel wit tussen het slot en je groet
  • Groet -> Met vriendelijke groeten, (niet als afkorting!)
  • Je voor- en achternaam. 

Slide 17 - Slide

Indeling e-mail
- Aanhef 
- Inleiding
- Middenstuk
- Slot/ Slotzin
- Groet
- Naam

Slide 18 - Slide

Inleiding
- Stel jezelf voor 
- Geef de aanleiding (dus waarom je de e-mail schrijft)

Slide 19 - Slide

Middenstuk
Uitdiepen van je onderwerp. 
Voorbeelden geven. 
Uitleg geven van de situatie.

Slide 20 - Slide

Slot/Slotzin
Vaak heb je nog een vraag of een verzoek. Dit doe je in je slot. 
Bijvoorbeeld: Ik zie graag een reactie tegemoet voor 22 april. 

Slide 21 - Slide

Oefenen
De lessen op jouw school beginnen om half negen, maar jij vindt dat ze pas om 10 uur zouden moeten beginnen. Schrijf een e-mail aan de schooldirectie, waarin je deze overtuigt van jouw standpunt. Zorg voor een juiste aanhef van je e-mail en sluit ook correct af. Kondig in de inleiding van je mail het onderwerp aan en noem jouw standpunt. In het middenstuk geef je ten minste twee argumenten waarmee je jouw standpunt onderbouwt. In het slot sluit je af met een krachtige zin. Zorg voor een duidelijke indeling.

Slide 22 - Slide