Conflicthantering leertaak 1.7

Conflicthantering






Hoofdstuk 4 : Prof. communicatie en beroepshouding

1 / 15
next
Slide 1: Slide
CommMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Conflicthantering






Hoofdstuk 4 : Prof. communicatie en beroepshouding

Slide 1 - Slide

Vandaag in de les:
  • Wat bedoelen we met Conflicthantering?
  • Waarom leer je dit als doktersassistente?
  • Soorten conflicten
  • Oorzaken van conflict gedrag
  • Stijlen van conflictbeheersing
  • Opdracht



Slide 2 - Slide

Wat wordt er volgens jou bedoelt met een conflict?

Slide 3 - Open question

De definitie:
Een conflict is een verschil van mening waarbij twee of meerdere personen/partijen een doelstelling nastreven of een waarde aanhangen die onverenigbaar blijken te zijn en daardoor in botsing komen.

Slide 4 - Slide

Waarom leer je conflicthantering als DA?

Slide 5 - Mind map

Waarom leer je conflicthantering als DA?
  • Patiënten kunnen boos, agressief, discriminerend of racistisch reageren
  • Veel emoties in de relatie tussen de DA en patiënt
  • Ongelijke relatie tussen DA en de patiënt
  • -> Deskundigheid
  • -> Afhankelijkheid
  • -> Reden van contact tussen DA en patiënt

Slide 6 - Slide

Soorten conflicten:
- Over de organisatie/instelling (bijv. bij procedures) 
- Belangenconflicten (Verschillen tussen belangen)
- Relationele conflicten (Verkeerde verhouding)

Slide 7 - Slide

Wat kunnen volgens jou oorzaken zijn van een conflict?

Slide 8 - Open question

Oorzaken:
  • Zoek in je boek  (HF 4.3) de verschillende oorzaken op. 
  • Zet in je eigen woorden wat elke oorzaak betekent. 
  • Benoem hierbij voorbeelden. 


Slide 9 - Slide

Oorzaken:
  1. psychische factoren
  2. sociale factoren
  3. fysieke factoren
  4. culturele factoren

Slide 10 - Slide

Een casus:
Susanne Dekker wil een afspraak bij haar huisarts maken. Ze werkt fulltime als onderwijzeres in het basisonderwijs. De afspraken bij de huisarts kunnen telefonisch tussen 8.00 en 10.30 uur worden gemaakt. Susanne belt vanaf 8.00 uur een paar maal naar de assistent van haar huisarts, maar krijgt steeds een ingesprektoon. Vanaf 8.30 uur komen de kinderen de klas binnen; Susanne is dan niet meer in de gelegenheid om te bellen. Ze besluit het nogmaals in haar koffiepauze te proberen. Die is van 10.15-10.30 uur, als de kinderen buiten spelen. Net op het moment dat het buitenspelen gaat beginnen, moet een van de kinderen overgeven. Susanne helpt het kind, maakt de boel schoon en belt de moeder van het meisje. Het is inmiddels 10.28 uur als ze denkt aan haar eigen afspraak. Weer belt ze naar haar huisarts. Daar krijgt ze een bandje, dat afspraken gemaakt kunnen worden tussen 8.00 uur en 10.30. Voor spoed kan gebeld worden naar een speciaal nummer. Op dat moment ontploft Susanne en besluit ze de spoedlijn te bellen …

Slide 11 - Slide

Opdracht
  1. Maak tweetallen 
  2. Bespreek de casus en de onderstaande vragen: 
  3. Wat zou jou eerste reactie zijn op Susanne? 
  4. Wat zou jij doen als je Susanne aan de telefoon krijgt? 
  5. Wat vind je van de reactie van Susanne? 
  6. Wat moet je vooral niet doen als je Susanne aan de telefoon krijgt?

Slide 12 - Slide

Nabespreken
Wat kwam er uit jullie gesprek over de casus?

Slide 13 - Slide

Heb je zelf ooit een conflict meegemaakt? Zo, ja. Vertel eens!

Slide 14 - Open question

Opdracht:
1. Bedenk in tweetallen een casus voor een conflict die je als doktersassistente kan meemaken. 
2. Schrijf deze duidelijk op, op een papiertje.
3. Lever deze in bij de docent. 
4. Uitwisselen van casussen. 
5. Klassikaal nabespreken

Slide 15 - Slide