practise past simple present perfect 2

Grammar 
Present Perfect vs Past simple
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammar 
Present Perfect vs Past simple

Slide 1 - Slide

Hoe maak je de present perfect/regel (werkwoorden)?

Slide 2 - Open question

Present perfect
have/has + voltooid deelwoord
have = I, you, we, you they
has = he, she, it
Voltooid deelwoord:
1. regelmatig werkwoord + ed > I have worked
2. onregelmatig werkwoord 3e vorm > I have been

Slide 3 - Slide

Present perfect

Voorbeelden:
I have worked since 3 am.
She has been to London twice.
We have walked for 2 hours now.

Deze zinnen bevatten altijd een vorm van hebben + het tweede werkwoord is een voltooid deelwoord.

Slide 4 - Slide

Present perfect
Gebruik present perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. praten over ervaringen.
3. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Slide 5 - Slide

Hoe maak je de past simple (werkwoorden)?

Slide 6 - Open question

Past simple
De past simple bestaat uit 1 werkwoord. Dit ww zet je in de verleden tijd.
2 manieren:
1. werkwoord + ed > worked
2. 2 vorm van het onregelmatig werkwoord > been

Slide 7 - Slide

Past simple

Wanneer gebruik je de past simple?
- iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.


Je kan de past simple herkennen aan woorden als:
last year, yesterday, in 2010.
Dit zijn tijdsbepalingen.

Slide 8 - Slide

Verschil present perfect en past simple


Wat is het verschil?
Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 9 - Slide

Verschil present perfect en past simple


Verklikwoorden:

Present perfect: already, for, since, how long.
Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.

Slide 10 - Slide

I have been in Nottingham for a week.
present perfect / past simple?

Slide 11 - Open question

It was on offer last week.
present perfect/ past simple?

Slide 12 - Open question

Fill in the correct form of the verb:
Last year, we ________ elephants on safari in South-Africa. (see)

Slide 13 - Open question


My ancestors _____ in Berlin during the 1890s. (live)

Slide 14 - Open question

Look, Jacky __________ a new jacket. (buy)

Slide 15 - Open question

I ________ my keys and now I can't get into my house. (lose)

Slide 16 - Open question

Look, I _______ some new shoes.
A
've bought
B
bought

Slide 17 - Quiz

Irregular Verbs
schrijf de 3 vormen van de volgende onregelmatige werkwoorden op.

1. zijn
2. rijden
3. vergeten
4. geven
5. schrijven

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide