H13 Ademhaling en uitscheiding les 1

1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie nog..
  • Pak je boek op pagina 172
  •  maak de voorkennisopdrachten
  • 10 min.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

longblaasjes
longen
brochiën
brochiolen
luchtpijp

Slide 6 - Drag question

Longvlies en borstvlies
Deze twee vliezen 'plakken' tegen elkaar aan, doordat er vocht tussen zit. Door dat vocht kunnen ze langs elkaar schuiven. Als er lucht bij komt laat het longvlies los van het borstvlies en klapt de long helemaal in. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Diffusie
Door diffusie gaat O2 door de cellen van de longblaasjes en de haarvaten naar de rode bloedcellen. Die bevatten hemoglobine, dat O2 bindt.
CO2 gaat (ook door diffusie) van het bloed naar de lucht in de longblaasjes. 

Slide 9 - Slide

In de longen..
A
gaan zuurstof en CO2 het bloed in
B
gaan zuurstof en CO2 het bloed uit
C
gaat zuurstof het bloed in en CO2 het bloed uit
D
gaat zuurstof het bloed uit en CO2 het bloed in

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Diffusie van een stof gaat altijd...
A
van een hoge naar een lage concentratie, vanzelf
B
van een lage naar een hoge concentratie, vanzelf
C
van een hoge naar een lage concentratie, kost energie
D
van een lage naar een hoge concentratie, kost energie

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Filmpje
duurt meer dan 12 minuten... ga er maar lekker voor zitten ;-)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Je ziet een paar dingen gebeuren...
  • Valerio ging hyperventileren. De CO2 concentratie wordt dan te laag en de  O2 concentratie te hoog in zijn bloed.
  • Dennis ademde lucht zonder zuurstof. 
-->  steeds slechter functioneren.
Toch ging hij niet steeds sneller ademen. 
Blijkbaar is er iets anders dan O2 dat de ademhaling beïnvloedt.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welkom! 
De vorige les ging over:
Bouw van de longen
Ademhalingsspieren
Diffusie
Ademcentrum

Slide 19 - Slide

Lesdoelen 13.2
-Je kan verschillende manieren van bescherming van de longen beschrijven.
- Je leert de gevolgen van longziekten op de gaswisselingscapaciteit.

Slide 20 - Slide

Waar zit het ademcentrum in de hersenen en wat is de belangrijkste prikkel voor het ademcentrum?
A
grote hersenen, concentratie O2 in bloed
B
grote hersenen, concentratie CO2 in bloed
C
hersenstam, concentratie O2 in bloed
D
hersenstam, concentratie CO2 in bloed

Slide 21 - Quiz

Waarom is het beter om door je neus te ademen?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

ASTMA

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Kan door roken astma worden veroorzaakt?
En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 27 - Quiz

Twee ziekten van het ademhalingsstelsel zijn astma en COPD.
Bij welke van deze ziekten zijn de luchtwegen steeds ontstoken?

A
alleen bij astma
B
alleen bij COPD
C
bij astma en bij COPD
D
bij geen van beiden

Slide 28 - Quiz

Twee ziekten van het ademhalingsstelsel zijn astma en COPD.
Bij welke van deze ziekten versmelten in een later stadium de longblaasjes en heb je continu extra zuurstof nodid?
A
alleen bij astma
B
alleen bij COPD
C
bij astma en bij COPD
D
bij geen van beiden

Slide 29 - Quiz

Kun je nu?
-Je kan verschillende manieren van bescherming van de longen beschrijven.
- Je leert de gevolgen van longziekten op de gaswisselingscapaciteit.

Slide 30 - Slide

Planten
Planten doen ook aan gaswisseling, ze kunnen CO2 en O2 uitwisselen met hun omgeving.
Even opfrissen...

Slide 31 - Slide

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 32 - Drag question

Slide 33 - Slide

Waarom gaat een plant dood als hij zijn huidmondjes continu gesloten heeft?

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide

Hoe kan een plant zich beschermen tegen uitdroging?
A
dikke waslaag, weinig huidmondjes,behaarde bladeren
B
verzonken huidmondjes behaarde bladeren, dikke waslaag
C
klein bladoppervlak huidmondjes onderkantblad,
D
zowel a,b als c

Slide 36 - Quiz

Check
Heb je het begrepen en er ook nog wat van onthouden?
Maak de check vragen.

Slide 37 - Slide

Welke spieren hebben welke taak?
Inademen
Uitademen
Binnenste tussenribspieren
Buitenste tussenribspieren
Midden-rif
Buikspieren
Nekspieren

Slide 38 - Drag question

Oorzaak
daardoor:
daardoor:
Gevolg
Lucht stroomt naar buiten
Longen worden kleiner
Borstholte wordt kleiner
Middenrif ontspant

Slide 39 - Drag question

Oorzaak
daardoor
daardoor
Gevolg
Lucht stroomt naar binnen
Longen worden groter
Borstholte wordt groter
Middenrif spant aan

Slide 40 - Drag question

Bij welke longaandoening worden de luchtwegen nauwer, door samentrekkende spiertjes in luchtpijptakjes?
A
astma
B
COPD

Slide 41 - Quiz

Waar(door) wordt de ademhaling geregeld?
A
Door het hartritme
B
In de longen
C
Door de O2 en CO2 uitwisseling
D
In het ademcentrum in de hersenstam

Slide 42 - Quiz

Einde
Je gaan nu maken (uit je boek):
13.1 vraag 3, 6, 11 en 13
13.2 vraag 2, 4, 6 en 8b
En morgen moet je dia's 6, 7, 12, 13, 18, 21, 25, 26, 32 kennen. 

Slide 43 - Slide