Oefenen voor schrijftoets ch. 5 en 7 mavo

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Programme d'aujourd'hui 

- Schrijfvaardigheid oefenen ( Mavo)

In deze les gaan we stap per stap de twee  schrijfopdrachten beantwoorden/ verwerken. 

Je hoeft vooral niet nieuwe dingen te verzinnen, blijf bij de gevraagde items en maak gebruik  van de zinnen die je geleerd hebt uit bron C ( van ch. 5 en 7)!  

Herhaal eerst de zinnen van bron C van chapitre 5

Opdr. 19 als voorbeeld schrijfopdracht : chapitre 5

A.  Lis le mail et souligne les quatre questions d’Amélie. lees de mail en onderstreep de 4 vragen van Amélie. 

Salut

Comment ça va? Ce weekend, j’ai regardé un film avec Edouard et Sophie. Après le film, on a mangé au retaurant. Super! Et toi, tu as aussi regardé un film? Et tu as mangé au restaurant? On a passé un bon weekend. Toi aussi?

A+ Amélie

 b. Écris un mail à Amélie. Réponds aux questions.  Schrijf een mail terug en beantwoord de vragen van Amélie. Vergeet niet de mail af te sluiten.

Salut!

wat heeft Amélie gedaan in haar weekend?

Welke vragen stelt Amélie?

Beantwoord eerst de eerste vraag:
- Tu as regardé un film?

Beantwoord de tweede vraag:
- Tu as mangé au restaurant?

Beantwoordt de laatste vraag:
- On a passé un bon weekend . Toi aussi?

Hoe begroet je in het Frans en hoe sluit je mail af?

Nu zet je de zinnen bij elkaar om de mail te schrijven vergeet niet te begroeten en afscheid te nemen

Opdr. 2 : voorbeeld schrijfopdracht chapitre 7

Ecris un mail à ton ami où tu vas parler de ton passe temps et ton sport . Schrijf een mail aan jouw vriend waar je gaat over je vrijetijdbesteding en je sport schrijven .

Verwerk de volgende punten in je mail:

- Vertel hoe je heet.

- Vertel welke sport je doet en hoe vaak je dat doet.

- Vertel wanneer heb jij een wedstrijd /of op welke dag sport jij.

- Vertel of jij een instrument speelt of juist niet.

- Begin je mail met een groet en sluit netjes af.

Herhaal eerst de zinnen van chapitre 7.

Vertel hoe je heet.

Vertel welke sport je doet en hoe vaak je dat doet.

vertel wanneer heb jij een wedstrijd / of op welke dag sport jij

vertel of jij een instrument speelt of juist niet

Schrijf nu alle zinnen bij elkaar