Oefenen voor schrijfvaardigheid cha. 5 en 7 H/V

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Programme d'aujourd'hui 

- Schrijfvaardigheid oefenen (H/V)

In deze les gaan we stap per stap de twee  schrijfopdrachten beantwoorden/ verwerken. 

Je hoeft vooral niet nieuwe dingen te verzinnen, blijf bij de gevraagde items en maak gebruik  van de zinnen die je geleerd hebt uit bron C ( van ch. 5 en 7)!  

Havo/vwo:

1. Opdracht 1 .

Chapitre 5: oefen met opdr.n 14 

Chapitre 7: oefen met opdr. 13 c, d en 14 

Mavo1:

1. Opdracht 1  

chapitre 5--> oefen met de volgende opdrachten 14 d+ 15 ( oefen de gesprekken op)

Chapitre 7: Oefen met opdr. 13 ( opschrijven)

Neem eerst de phrases-clés C van ch.5 goed door .

Maak de ww in de passé composé :
1. Je ( préparer) une tarte avec ma copine.
2.On ( jouer) à l'ordinateur.
3. Je ( inviter) mes amis .
4. On ( fêter) mon anniversaire / l'anniversaire de mon père.

Schrijfopdracht chapitre 5

Tu écris un mail à ton ami (e ) pour parler de ton weekend. Je schrijft een mail aan jouw vriend of vriendin om over je weekend te praten. Verwerk de volgende punten:

- Vertel wat je gedaan hebt in het weekend.

- Met wie.

- Hoe het was.

- Wanneer je jarig bent .

- Bedenk nog iets anders.

          - Begin je mail met een groet en sluit netjes af.

Vertel wat je gedaan hebt in het weekend.
Maak gebruik van de zinnen van de vorige opdracht of de zinnen van de phrases -clés.

vertel : met wie en hoe het was?

vertel wanneer je jarig bent

verzin iets anders: vraag je vriend om zijn weekend

Opdr. 2: Chapitre 7 

Ecris un petit texte où tu vas parler de ton passe temps et le sport que tu pratiques. Schrijf een tekst waar je over je tijdbesteding en je sport gaat vertellen. Verwerk de volgende punten:

- Vertel wat je graag doet ( denk aan een hobby, vrijetijdsbesteding)

- Vertel welke sport je doet en hoe vaak je dat doet.

- Vertel sinds hoe lang oefen jij met je sport.

- Vertel wanneer heb jij een wedstrijd /of op welke dag sport jij.

- Vertel of jij een instrument speelt of juist niet.

Neem eerst de phrases- clés van chapitre 7 goed door1

Vertel wat je graag doet ( denk aan een hobby, vrijetijd besteding)

Vertel welke sport je doet en hoe vaak je dat doet.

Vertel sinds hoe lang oefen jij met je sport.

Vertel wanneer heb jij een wedstrijd/ of op welke dag sport jij

Vertel of jij een instrument speelt of juist niet

Maak nu van alle je zinnen een tekst.