EXTRA UITLEG: Werkwoordspelling en leestekens

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

POETSEN [tt]

Ik _____________ mijn tanden twee keer per dag

BALEN [tt]

De juf _____________ er van als kinderen ruzie maken.

BELONEN [tt]

Hendrik _____________ zijn paard.

ZINGEN [tt]

Jij _____________ op je hardst mee!

KOM [tt]

_____________ jij morgen naar school?

FILMEN [tt]

_____________ jij je vader op zijn werk?

NEMEN [tt]

De kinderen _____________ boeken mee naar school.

KLUIVEN [tt]

Mijn vader en oom _____________ aan de kippenpoot.

Wat heb ik geleerd?

FIETSEN [vt]

Ik _____________ gisteren naar mijn tante

BEDOELEN [vt]

Peter en Kaja _____________ vorige week de moeilijke rekenles

SPELEN [vt]

Wij _____________ gisteren maar een half uur.

KLEUREN [vt]

Jij _____________ vorige week in het boek.

ANTWOORDEN [vt]

Toen _____________ jij met een kort antwoord.

MAKEN [vt]

Wij _____________ gisteren de deur van ons nieuwe huis open.

GAAN [vt]

Ik _____________ gisteren naar de bioscoop.

VINDEN [vt]

Jij _____________ er vorig jaar ook niks aan.

Wat heb ik geleerd?

BELEVEN

We hebben iets geks _____________.

LEREN

Zij heeft goed voor de toets _____________.

HINKELEN

We hebben op school _____________.

KLEUREN

We hebben op het papier _____________.

DOEN

Ik heb dat niet _________________.

ZIJN

Hij is nog nooit in Afrika _____________.

KENNEN

Wij hebben alle namen _____________.

KNOPEN

De conciërge heeft de touwen aan elkaar _____________.

Wat heb ik geleerd?

CITATEN

Stap 1: Zet haakjes om de citaat (wat er letterlijk wordt gezegd).

Stap 2: Zet de hoofdletters op de goede plek.

Stap 3: Ze de overige leestekens op de goede plek.

piet zegt de gym was leuk

piet zegt de gym was leuk

moeder vraagt ruim je even op

moeder vraagt ruim je even op

ruim je even op vraagt moeder

ruim je even op vraagt moeder

de meester vraagt wie snapt het nu

de meester vraagt wie snapt het nu

wie snapt het nu vraagt de meester

wie snapt het nu vraagt de meester

jan zegt dit is makkelijk

jan zegt dit is makkelijk

dit is makkelijk zegt jan

dit is makkelijk zegt jan

Wat heb ik geleerd?

Hoe heb ik gewerkt?

1. Ik snap dit 100%
2. Ik wil extra uitleg