NL- Trede 6, Quizmaster, schrijven- ma 1 februari 2021

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel van deze les: Schrijven
Onderdeel- Schrijven

Je schrijft een informatieve tekst, waarin je structuur aanbrengt, een schrijfdoel aanhoudt en rekening houdt met je publiek. (1S)

Slide 2 - Slide

Welke talen spreek jij?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Talen
  • Standaardtaal
  • Moedertaal
  • Tweede taal
  • Meertalig
  • Dialect
  • Leenwoorden

Slide 5 - Slide

Een oude bekende...

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Opdelen in alinea's
  • Onderwerp
  • Kern met deelonderwerpen
  • Waarom alinea's?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Eisen alinea's
  • Elke alinea snijdt een nieuw (deel)onderwerp aan. De (deel)onderwerpen staan op een logische volgorde. 
  • Elke alinea heeft een kernzin. Een kernzin bevat de belangrijkste informatie. Je plaatst de kernzin meestal aan het begin van de alinea, als tweede zin of als laatste zin. De overige zinnen zijn een toelichting of een voorbeeld. 
  •  Een alinea bestaat gemiddeld uit zes zinnen. Een alinea die uit één zin bestaat is geen goede zin. Vaak hoort deze zin nog bij de alinea ervoor of bij de alinea erachter. 
  • Elke alinea begint op een nieuwe regel.

Slide 11 - Slide

Wat is een kernzin?
A
De zin die in het midden van de tekst staat.
B
De belangrijkste zin van de tekst.
C
De zin die in het midden van een alinea staat.
D
De belangrijkste zin van een alinea.

Slide 12 - Quiz

Waar staat de kernzin meestal?
A
Het is vaak de eerste of de laatste zin uit een alinea.
B
Het is altijd de eerste zin van de alinea.
C
Hij kan overal staan.
D
Het is meestal de tweede zin van de alinea.

Slide 13 - Quiz

Een goede alinea heeft ongeveer ..
A
1 zin.
B
3/4 zinnen.
C
6 zinnen.
D
Meer dan 6 zinnen.

Slide 14 - Quiz

Inleiding
Kern
Slot

Slide 15 - Drag question

Taken Learning portal:
- Oh, zit dat zo: Probeer alle opdrachten te maken. 
Voor wit: de 'wedstrijd' mag, maar het hoeft niet. 

- Vorm en inhoud: Probeer alle opdrachten te maken.
Boekje over je hobby: deze opdracht lever je in via teams en kijkt de docent na!

- Duidelijke taal: Probeer alle opdrachten te maken.

Als je he snapt, denk dan aan de prullenbak!



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Dit heb ik geleerd vandaag ..

Slide 18 - Open question

Dit wist ik al van de les ..

Slide 19 - Open question