31-01-2025 les1 D1B kloktijden herhalen + leren

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Prenez vos livres
10 minutes d'apprentissage


- Voca A + B (F-NL / NL-F) → p.130

Bonjour à tous!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Prenez vos livres
10 minutes d'apprentissage


- Voca A + B (F-NL / NL-F) → p.130

Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui:
- Réviser les heures (kloktijden)
- Au travail!

Slide 2 - Slide

Les heures (kloktijden)
Hoe zat het ookal weer?

Slide 3 - Slide

Kloktijden - getallen
Om de kloktijden in het Frans te kennen en te gebruiken, is het handig om de getallen van de klok te kennen

->  1 t/m 11


Slide 4 - Slide

De kloktijden
Je wilt weten hoe laat het is, maar je hebt geen telefoon/horloge/klok in de buurt. Je zult dus aan iemand moeten vragen hoe laat het is:

En néerlandais: "hoe laat is het?"
En français: "quelle heure est-il?"

Slide 5 - Slide

Quelle heure est-il?
Als je deze vraag stelt, dan gaat de ander daar natuurlijk op reageren. Dit doe je op deze manier:
Quelle heure est-il?  --> Il est ... (het is....)

Je reageert dus op dezelfde manier als de vraag. Net zoals in het Nederlands: hoe laat is het? Het is...

Slide 6 - Slide

De hele uren
Il est ... heures

Op de puntjes vul je een cijfer in:
il est trois heures
il est sept heures

Slide 7 - Slide

De halve uren
Il est ... heures et demie

il est trois heures et demie
het is half vier

il est cinq heures et demie
het is half zes

Slide 8 - Slide

kwart over
In het Frans tellen ze het kwartier op bij het hele uur: 

Het is kwart over 7
Il est sept heures et quart
(het is zeven uur en een kwartier)

Slide 9 - Slide

kwart voor
In het Frans halen ze het kwartier van het hele uur af:
Het is kwart voor 7
Il est sept heures moins le quart
(het is zeven uur min het kwartier)

Slide 10 - Slide

Hele uren:
- il est deux heures
- il est six heures
- il est huit heures

Halve uren:
- il est quatre heures et demie
- il est six heures et demie
- il est huit heures et demie
Kwart over:
- il est sept heures et quart
- il est neuf heures et quart
Kwart voor:
- il est huit heures 
moins le quart
- il est neuf heures 
moins le quart

Slide 11 - Slide

LET OP -> 2 uitzonderingen
12 uur 's middags is 'midi
(il est midi = het is 12 uur 's middags)

12 uur 's nachts is 'minuit
(il est minuit = het is 12 uur 's nachts)

Slide 12 - Slide

Quelle heure est-il?
Il est ..........
A
quarante heures et quart
B
deux heures moins le quart
C
cinq heures
D
quatre heures et quart

Slide 13 - Quiz

Au travail!

- Voca A + B (F-NL / NL-F) → p.130
- Phrases-clés C (F-NL / NL-F) → p.133

Slide 14 - Slide