Participatie

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Participatie

B1-K1-W4 Ondersteunt de client bij participatie

Lesdoelen

Je kunt de belangrijkste wetten noemen die te maken hebben met participatie. 

Je kunt uitleggen hoe je het participatiewiel als uitgangspunt van je ondersteuning gebruikt.

Je kunt aan de hand van de participatieladder het niveau van participatie van jouw client beoordelen.

Participatie

Hoeveel procent van de bevolking (15-75 jaar) had betaald werk in 2019?

1. 95%
2. 40%
3. 70%
4. 85%

Hoeveel procent van de bevolking doet aan vrijwilligerswerk?

1. 15%
2. 50%
3. 4%
4. 70%

15% geeft mantelzorg

4% is de werkloosheid

70% heeft betaald werk

Hoe groot is het gemiddeld ziekteverzuim in 2023?

1. 50 dagen
2. 100 dagen
3. 10 dagen
4. 2 dagen

Cijfers over participatie

- 1 op de 6 werkgevers geven aan iemand met een arbeidsbeperking in dienst te hebben. 

- ongeveer 50% van de mensen met een arbeidsbeperking heeft betaald werk

- Bijna 400.000 mensen in de bijstand

Werkgevers worden wel positiever over mensen met een arbeidsbeperking, maar het handelen verandert niet. Redenen: geen geschikt werk, te weinig begeleidingscapaciteit, onvoldoende kennis van subsidieregelingen.

Onder mensen met een arbeidsbeperking vallen: Wajongers, WIA, mensen in het doelgroepenregister (Participatiewet)

Aantal mensen in de bijstand gedaald afgelopen jaar. 

Participatie en gezondheid

Uit vele onderzoeken blijkt dat gezondheid en participatie elkaar beinvloeden.

Gezondheidsproblemen werken belemmerend om volledig deel te nemen.

Andersom: participatie heeft een positief effect op gezondheid.

Arbeidsparticipatie voor mensen met een beperking

- Traject naar een reguliere baan (ontwikkelingsgerichte dagbesteding)

- Jobcoaching

- Beschut werken

- Arbeidsmatige dagbesteding

Zinvolle dagbesteding

- Vanuit de WMO of WLZ

- Vervoer naar dagbesteding

- Specialistische dagbesteding, zoals een DAC in de GGZ en gehandicaptenzorg of dagbesteding in een verpleeghuis.

Participatiewet 2015

Doel om meer mensen (waaronder met een beperking) aan het werk te krijgen, door:

- Subsidieregelingen, zoals loonkostensubsidie

- Banenafspraak: in 2026 125.000 mensen met een beperking aan het werk

- Toegankelijkheid vergroten

Ander doel is het verlenen van bijstand en bijzondere bijstand.

Wet Inburgering van 2021

Het is verplicht voor migranten en asielzoekers, die een verblijfsvergunning krijgen. Doel is om zo snel mogelijk in te burgeren: de Nederlandse taal leren en weten hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit. 

Afgesloten wordt met een participatieverklaring, waarmee degene verklaart actief te willen deelnemen en respect te hebben voor wat in Nederland belangrijk is. 

3 Leerroutes

- B1-route: route van taal en werk. Binnen 3 jaar moet nieuwkomer op B1-taalniveau zitten en (vrijwilligers)werk hebben. 

- Onderwijsroute: vooral voor jongeren, ook toewerkend naar B1

- Zelfredzaamheidsroute: als route 1 en 2 te moeilijk is. Taalniveau is A1, er wordt gezocht naar een eenvoudige manier om deel te nemen aan de samenleving.

Gemeente kijkt welke route het meest geschikt is. 

Inburgeren voor mensen met een beperking is ook verplicht; wel dient men rekening te houden met de beperking en ook voor hen gelden de Participatiewet en WMO. 

Neem een client in gedachten. Op welke trede zit jouw client?

Hoe gebruik je de participatieladder?

Hiermee kun je het niveau van participatie van jouw client beoordelen? Vervolgens kun je kijken welke ondersteuning hij nodig heeft om naar een volgende trede te kunnen gaan.

Participatiewiel van Movisie

Participatiewiel toegelicht

Financieel gezond zijn	Geen schulden, geen armoede, gebruikmakend van alle regelingen
Voor anderen zorgen	Vrijwilligerswerk, mantelzorg verlenen
Zelfredzaam zijn	Mantelzorg krijgen, informele thuiszorg, ondersteuning om zoveel mogelijk zelf te kunnen doen
Betaald werk	Inkomen uit werk, ook voor mensen met een beperking
Bijdragen aan de samenleving	Vrijwilligerswerk, deelnemen aan activiteiten in de buurt
Ontmoeten	In contact met buurtgenoten, deelnemen aan sport- cultuur- buurtverenigingen.

Bij het maken van het plan van aanpak formuleer je participatiedoelen, die je uitwerkt in SMART-doelen. Het participatiewiel kent 6 participatiedoelen. Je hoeft er niet 1 te kiezen, er kunnen er meerdere naast elkaar bestaan. 

Hoe te gebruiken

In het plan van aanpak bedenk je hoe je de zelfregie van de client kunt bevorderen. 

- Hoe kun je client stimuleren eigen keuzes te maken?

- Hoe kun je client eigen kracht laten ervaren?

- Hoe kun je client zingeving laten ervaren?

- Hoe kun je netwerk betrekken?

Hoe te gebruiken

Per gekozen participatiedoel kun je bedenken welke informele activiteit en welke professionele activiteit passend is bij de client. 

Voorbeeld

Je begeleidt Ferdi, een jonge man met een licht verstandelijke beperking en ASS bij de participatiedoelen ontmoeten en betaald werk. Ferdi wil graag een maatje en hij wil betaald werk doen. Jij gaat met Ferdi onderzoeken wat hij precies wil en kan en waar hij ondersteuning bij nodig heeft. Je vraagt je af hoe je de zelfregie kunt versterken:

- Ferdi is gebaat veel structuur. Hij wilt een baan waarbij het duidelijk is wat zijn taken zijn. 

- Ferdi wil een maatje, waarbij Ferdi kan kiezen wanneer hij wel en geen contact wil. Hij wil een maatje, die rekening houdt met zijn 'beperking'. Hij heeft moeite om nieuwe contacten aan te gaan. 

- Ferdi wil financieel zelfstandig zijn en niet afhankelijk van anderen. Hij wil volwassen zijn, niet als anders gezien worden. 

Zelfregie

Je probeert in het toewerken naar volledige deelname de zelfregie te versterken. Dit houdt in:

Eigenaarschap: zelf keuzes maken

Eigen kracht: ervaren van eigen kracht

Motivatie: zingeving is sleutel tot verandering

Contacten: betrekken van netwerk