Ontdek Schooltaalwoorden in het Nederlands

Ontdek Schooltaalwoorden in het Nederlands
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdek Schooltaalwoorden in het Nederlands

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je schooltaalwoorden herkennen en gebruiken in het Nederlands.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over schooltaalwoorden?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn schooltaalwoorden?
Schooltaalwoorden zijn woorden die je vooral op school tegenkomt en die belangrijk zijn om te begrijpen in de lesstof. Bijvoorbeeld: analyseren, concluderen, argumenteren.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van schooltaalwoorden
Voorbeelden van schooltaalwoorden zijn: interpreteren, evalueren, formuleren, verklaren, vergelijken.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Herken de schooltaalwoorden
Bekijk de volgende zin en markeer de schooltaalwoorden: 'De studenten moeten een hypothese formuleren en deze onderbouwen met argumenten.'

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Feedback op oefening
De juiste schooltaalwoorden zijn: formuleren, onderbouwen, hypothese, argumenten. Bespreek waarom deze woorden schooltaalwoorden zijn.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Toepassing in context
Schrijf een korte alinea waarin je minstens drie schooltaalwoorden gebruikt. Markeer de schooltaalwoorden in de alinea.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Peer Feedback
Wissel je alinea uit met een klasgenoot. Geef elkaar feedback op het gebruik van schooltaalwoorden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
Wat heb je vandaag geleerd over schooltaalwoorden? Schrijf het op in twee zinnen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.