What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3.1 Sparen&verzekeren
3.1 Sparen en verzekeren
Ik kan...
... drie spaarmotieven noemen
... enkelvoudige en samengestelde spaarrente uitrekenen
... uitleggen hoe een verzekering mij beschermt tegen risico's
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.1 Sparen en verzekeren
Ik kan...
... drie spaarmotieven noemen
... enkelvoudige en samengestelde spaarrente uitrekenen
... uitleggen hoe een verzekering mij beschermt tegen risico's
Slide 1 - Slide
Spaarmotieven
1. Financiële tegenvaller opvangen
2. Sparen voor een doel
3. Sparen voor de rente
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Rente
De beloning die je krijgt als je geld uitleent (door te sparen)
Dat wat je betaalt voor het lenen van geld
Slide 4 - Slide
Procentrekenen
Je hebt €5000 op je spaarrekening staan bij de bank. De rente is 0,5% per jaar en deze ontvang je aan het eind van het jaar op de spaarrekening.
Hoeveel heb je aan het eind van het jaar op je spaarrekening staan?
Hoeveel rente heb je ontvangen in dit jaar?
Slide 5 - Slide
Enkelvoudige rente
€5000 -- 0,5% rente -- 3 jaar
Rente per jaar =
Spaarbedrag : 100 x rentepercentage
Samengestelde rente
€5000 -- 0,5% rente -- 3 jaar
Slide 6 - Slide
Enkelvoudige rente
€5000 -- 0,5% rente -- 3 jaar
Rente per jaar =
Spaarbedrag : 100 x rentepercentage
€5000 : 100 x 0,5 = €25
€25 x 3 jaar = €75 rente
Samengestelde rente
€5000 -- 0,5% rente -- 3 jaar
Slide 7 - Slide
Enkelvoudige rente
€5000 -- 0,5% rente -- 3 jaar
€5000 : 100 x 0,5 = €25
€25 x 3 jaar = €75 rente
Samengestelde rente
€5000 -- 0,5% rente -- 3 jaar
Groeifactor maken
1 + (rentepercentage : 100)
Spaarbedrag x groeifactor ^aantal jaar
Slide 8 - Slide
Enkelvoudige rente
€5000 -- 0,5% rente -- 3 jaar
€5000 : 100 x 0,5 = €25
€25 x 3 jaar = €75 rente
Samengestelde rente
€5000 -- 0,5% rente -- 3 jaar
Spaarbedrag x groeifactor ^aantal jaar
€5000 x 1,005^3 = €5075,38
Rente is €75,38
Slide 9 - Slide
Verzekering
Welk financieel risico loop je?
Premie
Reisverzekering
Zorgverzekering
Slide 10 - Slide
Wat is geen doel van sparen?
A
sparen voor een doel
B
sparen voor de zekerheid
C
sparen voor een huis
D
sparen voor vermogensopbouw
Slide 11 - Quiz
Ik wil mijn telefoon verzekeren en betaal ........ aan de .......
Leerdoel 20
A
premie, verzekerde
B
premie, verzekeringsmaatschappij
C
schadevergoeding, verzekerde
D
schadevergoeding, verzekeraar
Slide 12 - Quiz
Bij een verzekering gaat het niet alleen om de financiële risico's
Leerdoel 20
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Een verzekering keert alleen geld uit bij schade
Leerdoel 20
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Over de poliskosten betaal je geen assurantiebelasting.
Leerdoel 21
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Je telefoon van € 240,- kun je voor 1 jaar verzekeren voor € 20,- per maand met een eigen risico van € 100,-
Leerdoel 22
A
100% van de kopers neemt deze verzekering
B
70% van de kopers neemt deze verzekering
C
40% van de kopers neemt deze verzekering
D
10% van de kopers neemt deze verzekering
Slide 16 - Quiz
Of het de moeite waard is om een verzekering af te sluiten hangt niet af van...
Leerdoel 22
A
de kans op schade.
B
de waarde van wat je wilt verzekeren.
C
of je de schade zelf kunt of wilt betalen.
D
hoe groot je gezin is.
Slide 17 - Quiz
Leerdoel 23
Hogere premie
Lagere premie
jonge bestuurder
waardevol object
hoger eigen risico
rieten dak
Amsterdam
Terschelling
alleenstaande
groot gezin
Slide 18 - Drag question
A) Bij eigen risico is de premie lager
B) Een onzeker voorval kun je niet verzekeren
C) Een verzekeraar noem je ook wel
verzekeringsmaatschappij
Leerdoel 24
A
A en B zijn juist
B
B en C zijn juist
C
A en C zijn juist
D
A, B en C zijn juist
Slide 19 - Quiz
De verzekeraar loopt het risico ....
Leerdoel 25
A
dat er iets stuk gaat
B
dat er iets moeten worden uitgekeerd
C
dat er schade ontstaat die niet verzekerd is
D
A, B en C zijn juist
Slide 20 - Quiz
Welke verzekeringen zijn door de overheid verplicht gesteld?
Leerdoel 27
VERPLICHT
NIET VERPLICHT
Annuleringsverzekering
Reisverzekering
Zorgverzekering
Fietsverzekering
WA-verzekering motorijtuigen
Uitvaartverzekering
Telefoonverzekering
Slide 21 - Drag question
Als jij je wilt indekken tegen schade door jouw auto of scooter aan derden neem je een?
Leerdoel 27
A
Cascoverzekering
B
WA-verzekering
C
All risk verzekering
D
Dat is niet te verzekeren
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
H3.1 Sparen&verzekeren
January 2023
- Lesson with
28 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3.1 Sparen&verzekeren
November 2023
- Lesson with
23 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Paragraaf 3.2
November 2023
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3.1 Sparen&verzekeren
November 2023
- Lesson with
29 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3.1 Sparen&verzekeren
October 2023
- Lesson with
42 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3.1 Sparen&verzekeren (2 lessen)
26 days ago
- Lesson with
32 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Sparen
January 2019
- Lesson with
27 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
2.2 Sparen of beleggen?
August 2018
- Lesson with
50 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld