What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Bezits-s les 5
Bezits-s
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bezits-s
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
- Aan het einde van de les ken je de drie regels van de bezits-s.
- Aan het einde van de les kun je de bezits-s bij vrijwel ieder woord juist gebruiken.
Slide 2 - Slide
Waarom is dit belangrijk?
Als je de bezits-s verkeerd gebruikt, kan de betekenis veranderen:
Elles pizza betekent de pizza van Elle
Elles' pizza betekent de pizza van Elles
Slide 3 - Slide
Wat weet je al?
Kies bij de volgende vragen de juiste vorm.
Slide 4 - Slide
Gebruik de bezits-s: de fiets van Piet
A
Piet's fiets
B
Piets fiets
Slide 5 - Quiz
Gebruik de bezits-s: de sokken van Anne
A
Anne's sokken
B
Annes sokken
Slide 6 - Quiz
Gebruik de bezits-s: de schoenen van Demi
A
Demi's schoenen
B
Demis schoenen
Slide 7 - Quiz
Gebruik de bezit-s: de jas van Bas
A
Bas jas
B
Bas's jas
C
Bas' jas
D
Bass jas
Slide 8 - Quiz
Regel 1
Als het geen problemen oplevert met de uitspraak, schrijf je de
s
vast aan het woord.
Bijvoorbeeld:
De auto van Bert - Berts auto
De zonnebril van Janne - Jannes zonnebril
De thee van mijn moeder - mijn moeders thee
De pen van Samirah - Samirahs pen
Slide 9 - Slide
Regel 2
Als je het woord met een vaste
s
niet meer goed uit kunt spreken, gebruik je
'
s
.
Dit gebeurt bij de laatste letters i, a, o, u, en y, als deze letters op het einde van het woord lang klinken.
Slide 10 - Slide
Regel 2
Bijvoorbeeld:
De stoel van Evi - Evi's stoel
De tractor van Hugo - Hugo's tractor
Het boek van Julia - Julia's boek
De voetbal van Philip Cocu - Philip Cocu's voetbal
Slide 11 - Slide
Gebruik de bezits-s: de broek van Finn
A
Finns broek
B
Finn's broek
Slide 12 - Quiz
Gebruik de bezits-s: de broodtrommel van Levi
A
Levis broodtrommel
B
Levi's broodtrommel
Slide 13 - Quiz
Gebruik de bezits-s: het huis van oma.
A
Omas huis
B
Oma's huis
Slide 14 - Quiz
Regel 3
Als het woord eindigt op een
s
of een s-klank, dan schrijf je alleen een apostrof (
'
).
Bijvoorbeeld:
De jas van Bas - Bas' jas
De tas van Lies - Lies' tas
De straat van oom Maurice - oom Maurice' straat
Het hok van Max - Max' hok
Slide 15 - Slide
Oefenen!
Gebruik bij de volgende woorden de bezits-s.
Slide 16 - Slide
De telefoon van Jan
Slide 17 - Open question
De beker van Eva
Slide 18 - Open question
Het paleis van Beatrix
Slide 19 - Open question
De grond van Jan Brinkman
Slide 20 - Open question
De kamer van Evy
Slide 21 - Open question
De kooi van Coco
Slide 22 - Open question
De rugzak van Joyce
Slide 23 - Open question
De verjaardag van mijn oom
Slide 24 - Open question
Het schrift van Joy
Slide 25 - Open question
De taart van Elles
Slide 26 - Open question
De blauwe stoel van Dani
Slide 27 - Open question
Het meer van het Monster van Loch Ness
Slide 28 - Open question
Het feestje van Manu
Slide 29 - Open question
Aan de slag!
Maken: opdracht 14 in je werkboek en het opgegeven werk op Juf Melis.
Leren: blz. 24
Slide 30 - Slide
More lessons like this
Bezits-s
May 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Bezits-s
February 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Bezits-s les 1
October 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Bezits-s
June 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Bezits-s
March 2021
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Theorie toets 1
February 2021
- Lesson with
38 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Creatief schrijven & spelling les 7: bezitsvormen
February 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
7.4C Bezits-s
December 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 4