Werkwoordspelling - HV1 - P1

Werkwoordspelling - HV1 - P1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling - HV1 - P1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van het eerste uur Nederlands ...
1. kan ik werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen voor enkelvoud en meervoud.

Slide 2 - Slide

Vervoeg het werkwoord 'vinden' in de tegenwoordige tijd, zodat-ie past in de volgende zin:
Ana ........... op 13 december 13 jaar oud. (worden)
A
Wordt
B
Word
C
Worden
D
Werd

Slide 3 - Quiz

Vervoeg het werkwoord 'vinden' in de tegenwoordige tijd, zodat-ie past in de volgende zin:
............ jij de CSB ook zo'n leuke school?
A
Vind
B
Vindt
C
Vinden
D
Vond

Slide 4 - Quiz

studiewijzer
schema werkwoordspelling



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

ROUTE A

Had je 2x A?

Dan ga je het volgende doen:
* Ga naar Magister > Leermiddelen > Nieuw Nederlands > Cursus 7 - spelling > paragraaf 7 persoonsvorm tegenwoordige tijd.

Klaar? Maak de opdracht over niet-bestaande werkwoorden.




ROUTE B

Had je iets anders?

Dan luister je naar de uitleg bij het schema werkwoordspelling en ga je vervolgens zelfstandig oefenen met de stof in het boek - cursus 7, par. 7, persoonsvorm tegenwoordige tijd.

Slide 8 - Slide

Vervoeg het werkwoord 'beantwoorden' in de tegenwoordige tijd, zodat-ie past in de volgende zin:
Jaylen ........ de vraag van de docent juist.
A
Beantwoord
B
Beantwoordt
C
Beantwoorden
D
Beantwoordde

Slide 9 - Quiz

Vervoeg het werkwoord 'lezen' in de tegenwoordige tijd, zodat-ie past in de volgende zin:
...... jij veel boeken in je vrije tijd?
A
Lees
B
Leest
C
Lezen
D
Las

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen
Aan het eind van deze les Nederlands ...
1. kan ik werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen voor enkelvoud en meervoud.

Slide 11 - Slide

Beantwoord de volgend vragen:
1. Ik heb het leerdoel wel/niet behaald.
2. Dit heb ik nog nodig om het leerdoel te behalen.

Slide 12 - Open question

tweede uur
persoonsvorm verleden tijd en voltooid deelwoord

Slide 13 - Slide

Ik (besteden) gisteren twee uur aan mijn huiswerk
A
bestede
B
besteede
C
besteedde
D
besteedden

Slide 14 - Quiz

Elisha (praten) de vorige les door de docent heen.
A
praat
B
praatte
C
praatten
D
priet

Slide 15 - Quiz

In de muziekles van gisteren (zingen) we twee liedjes.
A
zingden
B
zonge
C
zongen

Slide 16 - Quiz

In de verleden tijd kennen we sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Sterke werkwoorden veranderen van klank
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Voor zwakke werkwoorden gebruik je
't ex-fokschaap als hulpmiddel.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Hoe weet je de eindletter van het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord?

Slide 20 - Open question

Route A cursus 7 spelling paragraaf 8 de verleden tijd van zwakke werkwoorden

Route B eerst meer uitleg

Slide 21 - Slide