Wortschatz: ik kan woorden rondom het thema 'Haus' vertalen.
Hören A2: ik kan iemands beschrijving van zijn/haar slaapkamer begrijpen.
5.2+5.3:
Lesen A2: ik kan iemands beschrijving van zijn/haar huis en kamer begrijpen.
5.3:
Grammatik: ik kan voorzetsels en pers. vnw. in de 4e naamval gebruiken.