Les 5 grammatica (zinsdelen samengestelde zinnen)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga zitten op je plek

Startopdracht: lees uit je leesboek

Een leesboek

Nieuw Nederlands boek

Schrift en pen

Jeugdjournaal

Bedenk 2 inhoudelijke vragen

(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Wat gaan we doen vandaag?

1. Mededelingen

2. Terugblik

3. Lesdoel

4. Zinsdelen

5. Aan de slag & Numo

6.  Huiswerk en evaluatie

Mededelingen

Zijn er dingen die ik moet weten?

Terugblik

Ik kan persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en uit de zin halen.

Persoonlijke voornaamwoorden

Je kunt naar personen, dieren of dingen verwijzen.

Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, dier of ding.

Bezittelijke voornaamwoorden

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

Huiswerk bespreken

Opdracht 1, 3 en 4 van blz. 206/207

  Opdracht 1, 3, 5 en 6 van blz. 210/211

Lesdoel

Ik kan samengestelde zinnen herkennen.

Samengestelde zinnen

Blz. 208

1. Samengestelde zinnen bestaan uit twee lossen zinnen.

2. Deze zijn aan elkaar geplakt door een voegwoord. 

3. Je kunt (meer dan) 2 persoonsvormen tellen.

Voorbeelden

Annelies bestelt een tosti en Bernd wil een broodje gezond.

Ik leg mijn mobiel in de woonkamer, zodat ik niet word afgeleid.

1. Hoe veel persoonsvormen tel ik? 

2. Zie ik een voegwoord?

Even simpel

Enkelvoudig: ik loop naar het lokaal.

Wat zou een samengestelde zin kunnen zijn?

Ik heb dan een voegwoord en nog een persoonsvorm nodig...

Ik loop naar het lokaal, terwijl ik chocomel drink. 

Zelfstandig aan de slag

- Werk in stilte

- Maak: Opdracht 1/3 van blz. 208-209

- Klaar? Ga aan de slag in Numo

Vragen? Steek je vinger op

Samenwerken

- Werk fluisterend samen

- Maak: Opdracht 1/3 van blz. 208-209

- Klaar? Ga aan de slag in Numo

Vragen? Steek je vinger op

Numo

Ga in stilte aan de slag met je taak.

Evaluatie

Wat ging er goed deze les? 

Wat ging er minder goed?

Wat heb ik geleerd?