Les 4 grammatica (woordsoorten pers. bez, vnmw)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga zitten op je plek

Startopdracht: lees uit je leesboek

Een leesboek

Nieuw Nederlands boek

Schrift en pen

Jeugdjournaal

Bedenk 2 inhoudelijke vragen

(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Wat gaan we doen vandaag?

1. Mededelingen

2. Terugblik

3. Lesdoel

4. Woordsoorten (persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord)

5. Aan de slag & Numo

6.  Huiswerk en evaluatie

Mededelingen

Zijn er dingen die ik moet weten?

Terugblik

Ik kan voegwoorden herkennen en uit de zin halen.

Voegwoord

Een voegwoord plakt woorden of zinnen aan elkaar.

Blz. 206

Wil je een kroket of een frikandel bij je patat?

Wil je een ijsje of heb je liever een broodje hamburger? 

Huiswerk bespreken

Opdracht: 1 t/m 4 vanaf blz. 206

Lesdoel

Ik kan persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en uit de zin halen.

Persoonlijke voornaamwoorden

Blz. 210

Je kunt naar personen, dieren of dingen verwijzen.

Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, dier of ding.

Bezittelijke voornaamwoorden

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

Zelfstandig aan de slag

- Werk in stilte

- Maak: 

                  Opdracht 1, 3, 5 en 6 van blz. 210/211

- Klaar? Ga aan de slag in Numo

Vragen? Steek je vinger op

Samenwerken

- Werk fluisterend samen

- Maak:

                  Opdracht 1, 3, 5 en 6 van blz. 210/211

- Klaar? Ga aan de slag in Numo

Vragen? Steek je vinger op

Numo

Ga in stilte aan de slag met je taak.

Lesdoel

Ik kan persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en uit de zin halen.

Woordsoorten

1. Werkwoord

2. Lidwoord en zelfstandig naamwoord

3. Bijvoeglijk naamwoord

4. Voorzetsel

5. Voegwoord

6. Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord

Evaluatie

Wat ging er goed deze les? 

Wat ging er minder goed?

Wat heb ik geleerd?