De rijke man... vergelijk je antwoorden
1. Grammaticaal onderwerp: gebruik van USED TO om aan te geven wat iemand vroeger deed, maar nu niet meer
2. Leeruitkomst taalfunctie: Je kunt vertellen wat iemand vroeger altijd deed, maar nu niet meer.
3. Voorbeeldzinnen: He used to ride a bike, now he drives a Jaguar. He used to clean pools, now he owns a pool. He used to drink cheap beer, now drinks champagne. He used to wear jeans, now he wears designer suits. Etc. etc.
4. -What did he do in the PAST, when he was POOR, but not anymore? He.....
-What does he do NOW, now he is RICH? He ......
-Underline the differences. (> used to ride - rides / used to clean - owns / used to drink - drinks / etc.)
-Hoe zeg je iemand vroeger iets deed, maar nu niet meer? (> used to....)