Theorie: • Je kunt het verschil uitleggen tussen intensieve en extensieve landbouw.
• Je kunt beschrijven waar welke landschappen en klimaten in de VS voorkomen.
• Je kunt beschrijven waar welke soort landbouw in de VS voorkomt.
• Je kent de ligging van de belangrijkste steden, wateren en gebergten van de VS (W1).
• Je kunt uitleggen hoe het reliëf, het klimaat en de beschikbaarheid van water bepalen waar welke landbouw mogelijk is in de VS.
Begrippen: akkerbouw, bosbouw, extensieve veeteelt, hooggebergteklimaat, hoogvlakte, intensieve landbouw, intensieve veeteelt, irrigatie, klimaat, kustvlakte, laagland, laagvlakte, landbouw, landklimaat, lijzijde, loefzijde, middelgebergte, Middellandse Zeeklimaat, regenschaduw, reliëf, steppeklimaat, tuinbouw, veeteelt, zeeklimaat