Hoofdletters en leestekens 1kader

DOEL

HOOFDLETTERS  EN LEESTEKENS

- je weet wanneer je hoofdletters gebruikt

- je kan punten , vraagtekens en uitroeptekens gebruiken

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo kLeerroute VKLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

DOEL

HOOFDLETTERS  EN LEESTEKENS

- je weet wanneer je hoofdletters gebruikt

- je kan punten , vraagtekens en uitroeptekens gebruiken

Slide 1 - Slide

Tekst

hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en
hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter


Slide 2 - Slide

Waarom is de tekst die je net gezien hebt fout?

Slide 3 - Mind map

HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS


Maken een tekst duidelijker en beter te lezen.


De lezer kan de tekst zo ook veel beter begrijpen.

Slide 4 - Slide

LEESTEKENS

- punten

- vraagtekens

- uitroeptekens

- komma's

- dubbele punten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

PUNT (1)

- Aan het einde van een zin


Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.

Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.

Slide 7 - Slide

VRAAGTEKEN

- Na een vraag


Tot hoe laat ben jij vanmiddag op school?

'Neem jij mijn tas mee?' vroeg Martijn.

Slide 8 - Slide

UITROEPTEKEN (2)

- Om een bevel of waarschuwing aan te geven


Halt, of ik schiet!

Stop!

Kom hier!



Slide 9 - Slide

UITROEPTEKEN (1)

- Om aan te geven dat iemand luid roept


'Ik ben beneden!' klonk het vanuit de kelder.



Slide 10 - Slide

KOMMA

- Maakt een zin overzichtelijker

- Staat op de plaats waar je bij hardop lezen even een rust neemt



Slide 11 - Slide

KOMMA (1)

- Als pauzeteken in een zin


Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.



Slide 12 - Slide

KOMMA (2)

- Tussen de delen van een opsomming


Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.



Slide 13 - Slide

KOMMA (3)

- Tussen twee persoonsvormen


Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.



Samengestelde zin
Van twee zinnen is één zin gemaakt. Een zin heeft dan twee persoonsvormen (dit leer je in leerjaar 2).

Slide 14 - Slide

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

morgen begint de kermis

Slide 15 - Open question

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 16 - Open question

Juist of onjuist:
nederlandse
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Juist of onjuist:
Mercedes
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz