This lesson contains 22 slides, with text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Evolutie
Slide 1 - Slide
quizizz.com
Slide 2 - Link
Slide 3 - Slide
Woordslang
DOEL = maak één lange slang
ACTIE = zet voor iedere definitie het juiste begrip
HOE = in 5 groepjes, door docent gemaakt
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Bacteria + Archaea = prokaryotes
Eukarya = eukaryotes
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Domeinen
1. Archaea
2. Bacteriën
3. Eukaryoten
Slide 12 - Slide
Archea
Geen interne membranen
Bevatten DNA en ribosomen
Hebben 1 of meer zweepstaarten
Lijken meer op eukaryoten dan bacteriën
Klein domein
Extremofiel, maar ook bodem, oceanen en darmen
Slide 13 - Slide
Bacteriën
Eencellig
Zonder interne membranen
Even groot als archeae circa 1 micrometer
1 circulair molecuul (zonder eiwitmoleculen)
Plasmiden
Deling
Heterotroof en autotroof
Slide 14 - Slide
Uitwisseling van genen
Transformatie: Dit is het opnemen en gebruiken van DNA-fragmenten van een dode soortgenoot.
Conjugatie: Dit is de overdracht van DNA van de ene bacteriecel naar de andere d.m.v. een “buisje” (de sex pilus). Er kan dus resistentie doorgegeven worden aan andere bacteriën.
Transductie: Dit is de overdracht van DNA door tussenkomst van een bacteriofaag. Wat hier van belang is dat een virus in staat is om een stukje DNA, en dus een stukje erfelijke informatie, over te brengen van de ene naar de andere bacteriecel.
(vergelijkbaar met geslachtelijke voortplanting)
Slide 15 - Slide
Conjugatie
Slide 16 - Slide
Nuttige bacterien
-spijsvertering
-opruimingsdienst
-beschermers van de huid
-voedingsstoffen zoals zuurkool, kaas, yoghurt
-allerlei soorten ontstekingen
Slide 17 - Slide
Bacterie
Virus
Slide 18 - Slide
afmetingen bacterie en virus
Slide 19 - Slide
Virussen
Worden niet gezien als levend.
Virussen bestaan niet uit cellen en hebben geen stofwisseling.
Bestaat voor een groot deel uit eiwit met DNA of RNA
Planten zich voort door andere cellen binnen te dringen
Virus die een bacterie binnendringt heet een bacteriofaag.