Taalverzorging deel 1; Samengestelde zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom!

- Hangt je jas op de kapstok?

- Telefoon in de kluis of thuis?

- Heb je je boek, schrift en je pen op tafel?

Doel van de les - Taalverzorging grammatica

- Je leert wat samengestelde zinnen zijn 

- Je kunt samengestelde zinnen herkennen

- Je weet wat voegwoorden zijn

Hoe vind je de persoonsvorm?

1. zin vragend maken
2. zin enkelvoud of meervoud maken
3. zin in de verleden of tegenwoordige tijd plaatsen
4. Alle drie antwoorden zijn just

Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer?

In elke zin staan werkwoorden. Eén van deze werkwoorden is de persoonsvorm.

Hoe vind je de persoonsvorm?

1. Zin vragend maken
2. Zin enkelvoud of meervoud maken
3. Zin in de verleden of tegenwoordige tijd plaatsen
4. Alle drie antwoorden zijn juist

Noem de persoonsvorm(en) in de volgende zin: Mijn moeder kijkt graag tv en ik luister graag naar muziek.

Noem de persoonsvorm(en) in de volgende zin: Afgelopen weekend was een mooi weekend, want Max Verstappen won de Grand Prix van Zandvoort.

Kijk en luister naar het volgende filmpje.

Wat is een samengestelde zin?

1. Een zin met 1 onderwerp
2. Een zin met 1 persoonsvorm
3. Een zin met 2 of meer persoonsvormen
4. Een zin zonder onderwerp

Samengestelde zin

Samengestelde zin = een zin met meerdere persoonsvormen

Wat is een voegwoord?
Een voegwoord ...

1. verbindt zinnen of woorden met elkaar.
2. verbindt een werkwoord aan een ander werkwoord.
3. zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.

Een voegwoord verbindt twee zinnen of woorden met elkaar.

Welke voegwoorden ken je al?

Voegwoorden

Tekstverbanden

tegenstelling: maar, echter, toch

conclusie: dus, kortom

opsomming: en, ook, bovendien

voorbeeld: als, zoals, bijvoorbeeld

reden: omdat, want

mening/argument: want, omdat, daarom

oorzaak gevolg: doordat, daardoor, als gevolg van

Wat zijn voegwoorden?

1. tulp, school, hond
2. hij, het, wij
3. de, het, een
4. en, omdat, want

Wat is geen voegwoord:

1. terwijl
2. omdat
3. toen
4. fiets

Wat is het voegwoord(en) in de volgende zin: Ik snap wat een samengestelde zin is, omdat ik goed heb opgelet tijdens de les.

Wat is persoonsvorm(en) in de volgende zin: Ik snap wat een samengestelde zin is, omdat ik goed heb opgelet tijdens de les.

Ik begrijp wat een samengestelde zin is en kan nu zelfstandig aan het werk.

1. Ja
2. Nee
3. Ik wil graag extra uitleg

Wat ga je doen/huiswerk?

* Zelfstandig werken

* Stilte

* Vragen? Steek je vinger op

* Klaar? Werk verder.