Samengestelde zinnen

Grammatica taalverzorging
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica taalverzorging

Slide 1 - Slide

Doel van de les

Aan het einde van de les weet je wat een samengestelde zin is en kun je een samengestelde zin maken.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is een samengestelde zin?
A
een zin met 1 onderwerp
B
een zin met 1 persoonsvorm
C
een zin met 2 of meer persoonsvormen
D
een zin zonder onderwerp

Slide 4 - Quiz

Samengestelde zin
Samengestelde zin = een zin met meerdere persoonsvormen

Hoe vind je de persoonsvorm?

Voorbeeldzin = Vorige week hadden we geen les, omdat we op werkweek waren.

Slide 5 - Slide

Noem de persoonsvorm(en) in de volgende zin: Mijn moeder kijkt graag tv en ik luister graag naar muziek.

Slide 6 - Open question

Noem de persoonsvorm(en) in de volgende zin: Afgelopen weekend was een mooi weekend, want Max Verstappen won de Grand Prix van Zandvoort.

Slide 7 - Open question

Wat is een voegwoord?
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
verbindt een werkwoord aan een ander werkwoord.
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.

Slide 8 - Quiz

Een voegwoord verbindt twee zinnen of woorden met elkaar.

Slide 9 - Slide

Welke voegwoorden ken je al?

Slide 10 - Open question

Voegwoorden
Tekstverbanden
tegenstelling: maar, echter, toch
conclusie: dus, kortom
opsomming: en, ook, bovendien
voorbeeld: als, zoals, bijvoorbeeld
reden: omdat, want
mening/argument: want, omdat, daarom
oorzaak gevolg: doordat, daardoor, als gevolg van

Slide 11 - Slide

Wat zijn voegwoorden?
A
tulp, school, hond
B
hij, het, wij
C
de, het, een
D
en, omdat, want

Slide 12 - Quiz

Wat is geen voegwoord:
A
terwijl
B
omdat
C
toen
D
fiets

Slide 13 - Quiz

Wat is het voegwoord(en) in de volgende zin: Ik snap wat een samengestelde zin is, omdat ik goed heb opgelet tijdens de les.

Slide 14 - Open question

Wat is persoonsvorm(en) in de volgende zin: Ik snap wat een samengestelde zin is, omdat ik goed heb opgelet tijdens de les.

Slide 15 - Open question

Ik begrijp wat een samengestelde zin is en kan nu zelfstandig aan het werk.
A
Ja
B
Nee
C
Ik wil graag extra uitleg

Slide 16 - Quiz