12.04: Scheikundige reacties

12.04
Scheikundige reacties
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

12.04
Scheikundige reacties

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
- De drie voorwaarden voor verbranden benoemen
- Uitleggen welke stoffen er nodig zijn voor (volledige) verbranding en welke stoffen er ontstaan
- Zeggen wat een reactieschema is
- Uitleggen dat er voor en na de reactie van elk soort atomen evenveel atomen zijn
- Een reactie kloppend maken met behulp van coëfficiënten

Slide 2 - Slide

Bij een chemische reactie:
A
Worden deeltjes herschikt
B
Kan er nooit massa verloren gaan
C
Komt er altijd energie vrij
D
Weet ik niet

Slide 3 - Quiz

Chemische reacties
Een chemische reactie is het verdwijnen van stoffen en het ontstaan van nieuwe stoffen.

Verbranding is een voorbeeld van een chemische reactie.
Hout verdwijnt, kool/as ontstaat.

IN EEN CHEMISCHE REACTIE ZIJN ER ALTIJD NET ZOVEEL ATOMEN VOOR ALS NA EEN REACTIE AANWEZIG

Slide 4 - Slide

Benodigdheden voor verbranding
1. Ontbrandingstemperatuur

2. Brandstof

3. Zuurstof

Slide 5 - Slide

Wat is de brandstof van een aansteker?

Slide 6 - Open question

Reactieschema's
In een reactieschema geef je in woorden aan met welke stoffen je begint en met welke stoffen je eindigt.

Beginstof A + Beginstof B --> Reactieproduct C + Reactieproduct D

Slide 7 - Slide

Reactievergelijkingen
Van een reactieschema naar een reactievergelijking:

Methaan + Zuurstof --> Water + Koolstofdioxide


Tel het aantal C, H en O atomen voor en na de pijl. Zijn dit er evenveel?
CH4+O2CO2+H2O

Slide 8 - Slide

Reactievergelijkingen kloppend maken

1) Maak een tabel
2) Schrijf op hoeveel atomen er van iedere stof voor en na de pijl er zijn
3) Begin altijd eerst met de grotere moleculen (in dit geval H2O) gelijk maken (x2, x3...)
4) Kijk nog een keer hoeveel er van ieder atoom er voor en na de pijl er nu zijn
5) Doe stap 3, maar nu voor kleinere moleculen (O2, N2 etc...), hier wil je altijd mee eindigen.
6) Schrijf hoeveel je van elk molecuul hebt in de reactie
7) Controleer of er nu evenveel atomen voor als na de pijl staan

CH4+O2CO2+H2O
CH4+2O2CO2+2H2O

Slide 9 - Slide

Oefeningen
Wordt

Wordt

Wordt
H2+O2H2O
NaClNa+Cl2
FeS+O2SO2+Fe2O3
2H2+O22H2O
2NaCl2Na+Cl2
4FeS+7O24SO2+2FeO3

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Ik heb uit deze uitleg geleerd / dit wil ik nog leren:

Slide 13 - Open question