Oefentoets H2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Oefentoets H2

Paragraaf 1, 2, 3 en 4

Wat is het verschil tussen giraal en chartaal geld?

Hoeveel maanden heeft een kwartaal

1. 1
2. 3
3. 4
4. 6

Wat is een voorbeeld van vaste lasten?

1. boodschappen doen
2. huur voor je huis betalen
3. nieuwe koelkast kopen
4. Nieuwe broek kopen

Wat is een voorbeeld voor huishoudelijke uitgave?

1. stroom betalen
2. contributie voetbalclub
3. patatje halen
4. vakantieboeken en betalen

Je wast iedere week de auto van de buren. Je krijgt € 7,50 per keer. Hoeveel is dat per maand?

1. € 390,00
2. € 30,00
3. € 7,50
4. € 32,50

tip: via een jaar

Voor danslessen betaal ik € 35 per maand. Hoeveel is dit per week?

1. € 8,75
2. € 8,08
3. € 8,50
4. € 8,00

Noem twee manieren van elektronisch betalen.

Wat zijn de drie geldfuncties?

Welke van de drie geldfuncties herken je in het onderstaande voorbeeld?
Peter vergelijkt broeken online. Dezelfde broek is bij de ene winkel € 25,- goedkoper dan bij de andere winkel

1. Ruilmiddel
2. Spaarmiddel
3. Oppotmiddel
4. Rekenmiddel

Welke van de 3 geldfuncties herken je in het onderstaande voorbeeld?

Yara koopt voor € 80 een tweedehands fiets.

1. Rekenmiddel
2. spaarmiddel
3. Ruilmiddel

Welke van de drie geldfuncties herken je in het onderstaande voorbeeld?
Yara zet elke maand €50 opzij voor haar vakantie

1. Rekenmiddel
2. Spaarmiddel
3. Ruilmiddel

Op een bankafschrift staat:
Vorig saldo € 45 Afgeboekt € 12 Nieuwe saldo €88

Bereken wat er is bijgeboekt. noteer dit zonder het euroteken

Henk en Mirjam sparen bij dezelfde bank. Henk krijgt alleen meer rente dan Mirjam. Geef twee redenen hoe dat kan

Reken uit hoeveel rente je spaargeld oplevert.
- Spaarbedrag € 1.600, spaarrente 2,3%. Rente na 1 jaar €
Noteer je antwoord zonder euro teken maar met een komma

formule:

rente% : 100 x bedrag 

Je spaart voor een leuke vakantie, wat is je spaarmotief?

1. sparen voor een doel
2. sparen uit voorzorg
3. sparen voor de rente
4. dit is geen spaarmotief

Het spaarmotief is hier

1. voorzorg
2. rente
3. doel
4. alle antwoorden zijn juist

Je spaart omdat je er geld mee wil verdienen. Welk spaarmotief past bij de omschrijving?

1. Sparen voor een doel
2. Sparen voor rente
3. Sparen uit voorzorg

Waaruit bestaat de maandtermijn?

Welke redenen zijn er om te lenen?

Ik ga € 3.000 lenen in 24 maanden. Wat moet ik in totaal terug betalen? noteer dit zonder euro teken maar met punten en komma's

Ik ga € 3.000 lenen in 24 maanden. Wat is de rente die je moet betalen? noteer dit zonder euroteken maar met komma

Ik ga € 3.000 lenen in 24 maanden. Bereken hoeveel procent de rente is van het geleende bedrag. Alleen het getal noteren geen %

Zou je wel of niet verzekeren
Fiets kost € 2000. kans op schade en diefstal is groot.

1. ja ik verzeker
2. nee ik verzeker niet

Hoeveel premie moet je betalen?
Ik koop een fiets voor €701. ik wil hem verzekeren voor 5 jaar. wat betaal ik aan premie

1. € 315,00
2. € 292,00
3. € 204,00
4. € 222,00