§10.4 + §10.5

Voortplanting bij planten
Geslachtelijk
Ongeslachtelijk
Windbloemen
Insectenbloemen
Met bevruchting
Zonder bevruchting
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voortplanting bij planten
Geslachtelijk
Ongeslachtelijk
Windbloemen
Insectenbloemen
Met bevruchting
Zonder bevruchting

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Mannelijk of vrouwelijk?
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk

Slide 3 - Quiz

Insectenbloem of windbloem?
'De bloemen zijn klein en groen en bevatten geen nectar, de stuifmeelkorrels zijn klein en licht'.
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 4 - Quiz

Na de bevruchting (samensmelting van kern van de stuifmeelkorrel en de eicel) .....
A
Het vruchtbeginsel groeit uit tot zaad
B
Het zaadbeginsel groeit uit tot zaad

Slide 5 - Quiz

Het zaadbeginsel ontwikkelt zich tot zaad. Het zaad bestaat uit een kiem en twee zaadlobben. Wat is de functie van de zaadlobben?
A
De plant voorzien van voedingsstoffen.
B
De plant voorzien van warmte.
C
De plant voorzien van een stengel.

Slide 6 - Quiz

Er groeit een stukje van een volwassen plant uit tot een nieuw plantje. Dit is een voorbeeld van...
A
Ongeslachtelijke voortplanting
B
Geslachtelijke voortplanting

Slide 7 - Quiz

Een ondergronds stukje stengel met korte, dikke bladeren (rokken). Tussen de rokken kunnen zijknoppen ontstaan --> dit noem je klisters. De klisters groeien uit tot nieuwe planten.
Dit is een voorbeeld van...
A
Ongeslachtelijke voortplanting: een bol.
B
Ongeslachtelijke voortplanting: een knol
C
Ongeslachtelijke voortplanting: wortelstokken

Slide 8 - Quiz

.
Bol: ondergronds stukje stengel met korte, dikke bladeren (de rokken). Tussen de rokken kunnen zijknoppen ontstaan (klisters). De klisters groeien uit tot nieuwe bollen waaruit nieuwe planten kunnen groeien.
Knol: slaat reservevoedsel op in knollen die aan ondergrondse delen van de stengel groeien. De 'ogen' op de aardappel zijn knoppen die in het voorjaar weer uitlopen. 

Slide 9 - Slide

Wilde peen is een voorbeeld van een..
A
Eenjarige plant
B
Tweejarige plant
C
Overblijvende plant (ook wel vaste plant genoemd)

Slide 10 - Quiz

WEEKTAAK

Slide 11 - Slide