Fase 1 en 2 - unit 3 - week 2

Welkom!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 129 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe eten Nederlanders?
  • aan tafel?
  • wanneer (tijd)?
  • met/zonder bestek?
  • speciale gelegenheden (Kerst, verjaardag, Pasen)

Ik denk/weet dat Nederlanders ... 

Slide 2 - Slide

Bespreek de 3 vragen eerst in groepjes en daarna klassikaal.
Ze kunnen de zin beginnen met: Ik denk dat Nederlanders bv. meestal aan tafel eten met het gezin.

Bij het beantwoorden van elke vraag kan je de leerlingen laten opstaan als zij dat ook doen. bv. Ga staan als je ook met mes en vork eet/als je met Kerst gaat gourmetten/als je met Pasen eieren eet.
Vandaag:
- Kahoot afmaken en spelen (2 per les)
- Hoe maak ik notities?
- Werkwoorden: tegenwoordige tijd & verleden tijd 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doelen:
- Je weet hoe je goede notities maakt van grammatica (ATL).
- Je weet hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd schrijft.
- Je weet hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak jij notities van grammatica?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

let op:
We gaan kijken naar een filmpje. Dat filmpje gaat over het maken van aantekeningen. Er zijn zes stappen. Welke zijn dat? Maak notities in je schrift.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Welke zes stappen zet je als je notities maakt?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

WERKWOORDEN IN DE TEGENWOORDIGE TIJD
Hoe was het ook alweer?

Slide 10 - Slide

alleen voor fase 1
filmpje zie je op volgende slide
na afspelen filmpje: inventariseer wat de regels zijn volgens de leerlingen. Geef daarna de grammaticaregels in het overzicht. Dan maken leerlingen aantekeningen in hun woordenlijst.

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Wat zijn de regels? Tegenwoordige tijd
 Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):


ik of jij/je erachter
ik-vorm (meestal stam = -en van hele werkwoord)
ik word
vind jij/je
ik loop
enkelvoud: jij/hij/zij/het
ik-vorm + t
jij wordt
zij vindt
hij loopt
meervoud:
wij/zij/jullie
hele werkwoord
wij vinden, jullie worden, zij lopen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

WERKWOORDEN IN DE VERLEDEN TIJD
Luister naar het lied. Wat zijn de regels, denk je? Maak aantekeningen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

evt (schat zelf het niveau van je klas in): uitleggen dat:
- + te als letter ervoor stemloos is (je stembanden trillen niet)
- + de als letter ervoor stemhebbend is (je stembanden trillen wel)
onregelmatige werkwoorden bij eten en drinken
ETEN - at, aten
DRINKEN - dronk, dronken
GENIETEN - genoot, genoten
ZIEN - zag, zagen
KIEZEN - koos, kozen
ONTBIJTEN - ontbeet, ontbeten



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welkom!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
* Kahoot
* leren over het 't ex Kofschip
* werkblad verbeteren/nakijken
* zelf oefenen / rapporten bespreken
* Kahoot

Jelly beans challenge???

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Testen wat jullie weten
https://wordwall.net/nl/resource/38514019/tegenwoordige-en-verleden-tijd 
fase 2 (kahoot verleden tijd): https://create.kahoot.it/details/1ca906a4-28d3-4ed1-a400-8ed4b5b758b7



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Doelen:
Je weet hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft en je kunt werkwoorden juist schrijven.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Uitleg 'T eX KoFSCHiP
Dit is belangrijk, maak dus aantekeningen!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

T KoFSCHiP X

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoe schrijf je de verleden tijd van 'wij werken'?
A
wij werkten
B
wij werkte
C
wij werkde
D
wij werkden

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de verleden tijd van het werkwoord 'hij speelt'?
A
hij speelde
B
hij speelte
C
hij speelden
D
hij speelten

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de verleden tijd van 'ik roer'?
A
ik roerte
B
ik roerde
C
ik roerten
D
ik roerden

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Werkblad verbeteren
* Sterke werkwoorden: veranderen van klank (lopen-liepen, eten-aten)
* Zwakke werkwoorden: 't ex Kofschip (werkTen, roerDen)
* Samengestelde werkwoorden : (opeten = aten op, inschenken = schonk in)

Samen bespreken
timer
3:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met werkwoorden
  1.  Vertaal alle onderstreepte woorden. Maak een lijst. 
  2. Laat de lijst controleren door mij.
  3. Goed? Zet dan allemaal de woorden + vertaling in je woordenlijst.
  4. Laat het checken.
  5. Schrijf het juiste werkwoord op.
  6. Laat het checken.

Slide 29 - Slide


In groepjes van 3/4

Zie werkblad in de drive (let op: fase 1 en 2 hebben een ander werkblad).

Telkens komt één persoon per groepje naar de docent om de antwoorden te laten controleren. Wanneer docent woordenlijsten moet controleren, ga je natuurlijk wel naar het groepje toe.

Het is een wedstrijd.
Rest van de les
1. Ga naar: https://wordwall.net/nl-nl/community/nt2-verleden-tijd-onregelmatig en kies oefeningen uit.
2. De werkwoorden die je ziet zet je in je woordenlijst (+ vertaling) 
3. (Huis)werk: 
* schrijf vijf zinnen met een werkwoord in de tegenwoordige tijd. 
* schrijf dezelfde zinnen met het werkwoord in de verleden tijd.
Upload deze op Toddle!

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met werkwoorden
  • Je werkt zelfstandig tot het eind van de les.
  • Ga naar: https://wordwall.net/nl-nl/community/nt2-verleden-tijd-onregelmatig en kies oefeningen uit.
  • De werkwoorden die je ziet zet je in je woordenlijst (+ vertaling) 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Welkom!

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Vandaag:
-  Bespreken huiswerk
- Oefenen met werkwoorden (lied)
- Oefenen met werkwoorden (spel)

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Bespreken huiswerk
  • Drie minuten, in groepjes
  • Lees de zinnen aan elkaar voor.
  • Daarna: in de klas bespreken 

Slide 34 - Slide

Zorg ervoor dat je de regels nog eens herhaalt, wanneer je de zinnen klassikaal bespreekt.
Zoek de fouten
1. Jullie kooken een lekere maaltijd.
2. Wij zingden de hele dag.
3. Zij houdde van tekenen.
4. Wij ging naar de bakker.
5. Ik heb mijn huiswerk geschreven.
6. De aap klimde in de boom.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Doelen:
Je weet hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft en je kunt werkwoorden juist schrijven.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met werkwoorden (liedje)

Luister naar het lied.
Vul de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in.
Zet de vertaling erbij.

Slide 37 - Slide

Deze opdracht is voor beide fases hetzelfde.
Voor fase 2 kun je na het bespreken van de opdracht in groepjes de ingevulde werkwoorden in de verleden tijd laten zetten en dit met die leerlingen bespreken.

Voor werkblad: zie drive

Slide 38 - Video

This item has no instructions

Oefenen met werkwoorden (spel)
  • In groepjes van 3/4. Je blijft altijd samen.
  • Je krijgt een werkwoord.
  • Je beeldt dat werkwoord uit. Maak een foto.
  • Kom terug naar de klas en laat de foto zien.
  • Maak samen twee zinnen met dat werkwoord.
  • Dan krijg je een nieuw werkwoord en ga je verder.
  • Welk groepje maakt de meeste foto's en zinnen? 

Slide 39 - Slide

belangrijk: per groepje haalt één leerling zijn/haar telefoon

Bij het maken van zinnen:
voor f1: in de tegenwoordige tijd
voor f2: in de verleden tijd

suggesties werkwoorden:
eten
koken
bakken
roeren
kopen
bestellen
betalen
reserveren
genieten
frituren
smeren